1

We bekijken alle punten waarvan het product van de coördinaten 10 is, in formule: x y = 10 .

a

Maak op klad een tabel bij dit verband.
Neem ook punten met negatieve coördinaten.
Teken de grafiek bij dit verband: je krijgt twee gebogen lijnen.

De grafiek van het verband is een hyperbool.

b

Welke van de volgende punten liggen op de hyperbool:
( 1 1 2 , 7 ) , ( 20 , 5 ) , ( 10 , 10 ) , ( 8,1 1 4 ) ?

Van de punten hieronder is steeds één coördinaat gegeven. Elk van de punten ligt op de hyperbool.
( ..., 5 3 ) , ( ..., 2 1 2 ) , ( 2 5 ,... ) , ( 5 2 ,... )

c

Neem over en vul de ontbekende coördinaten in.

Er zijn twee punten op de hyperbool waarvan de eerste en de tweede coördinaat gelijk zijn.

d

Welke twee punten zijn dat?

Er zijn ook twee punten op de hyperbool waarvan de eerste coördinaat twee keer zo groot is als de tweede.

e

Teken in het assenstelsel van vraag a de lijn waarop alle punten liggen waarvan de eerste coördinaat twee keer zo groot is als de tweede.

f

Geef een vergelijking van deze lijn.

g

Bereken de coördinaten van de snijpunten van de lijn en de hyperbool. Maak gebruik van de vergelijking x y = 10 en de vergelijking van vraag f. Maak van de twee vergelijkingen één vergelijking zonder x of zonder y .

We bekijken punten op de hyperbool die steeds verder weg naar rechts liggen.

h

Neem over en vul steeds de tweede coördinaat in.
( 4,... ) , ( 40,... ) , ( 400,... ) , ( 4000,... )

Je ziet: hoe verder je over de hyperbool naar rechts wandelt, hoe dichter je bij de x -as komt. Je kunt er zo dicht bij komen als je wilt. We zeggen: de x -as is de horizontale asymptoot van de hyperbool. De vergelijking van de horizontale asymptoot is y = 0 .


Een hyperbool heeft twee asymptoten.

i

Welke lijn is de verticale asymptoot van de hyperbool? Geef ook een vergelijking van de verticale asymptoot.

De grafiek van x y = c is:

  • een hyperbool als c 0 ,

  • de x -as en de y -as als c = 0 .

De hyperbool heeft de x -as als horizontale asymptoot en en de y -as als verticale asymptoot.

Verschuiven van hyperbolen
2
a

Teken in een assenstelsel de hyperbool met vergelijking x y = 6 .

b

Teken, in een andere kleur, in hetzelfde assenstelsel de hyperbool met vergelijking ( x 2 ) y = 6 . Maak eventueel een tabel op klad.

c

Hoe moet je de hyperbool x y = 6 verschuiven om de hyperbool ( x 2 ) y = 6 te krijgen?

d

Wat is de vergelijking van de horizontale asymptoot?
En de vergelijking van de verticale asymptoot?

e

Teken, weer met een andere kleur, in hetzelfde assenstelsel de hyperbool met vergelijking ( x 2 ) ( y + 3 ) = 6 . Maak eventueel een tabel op klad.

f

Wat is de vergelijking van de horizontale asymptoot?
En de vergelijking van de verticale asymptoot?

g

Hoe moet je de hyperbool ( x 2 ) y = 6 verschuiven om de hyperbool ( x 2 ) ( y + 3 ) = 6 te krijgen?

De hyperbool ( x a ) ( y b ) = c ontstaat uit de hyperbool x y = c door a eenheden naar rechts en b eenheden omhoog te schuiven.
De vergelijking van de horizontale asymptoot is: y = b en de vergelijking van de verticale asymptoot is: x = a .

3
a

Hieronder zie je van drie hyperbolen een vergelijking. Geef van elke hyperbool de vergelijking van de horizontale en verticale asymptoot.
x ( y + 2 ) = 10 , ( x 3 ) ( y + 2 ) = 12 , ( x + 1 ) y = 8

b

Teken de drie hyperbolen in één assenstelsel. Gebruik voor elke hyperbool een andere kleur.

4
5

In het rooster zijn vijf hyperbolen A t/m E getekend.

Van twee hyperbolen is de vergelijking gegeven, namelijk ( x + 1 ) ( y 3 ) = 12 en ( x 2 ) ( y + 4 ) = 8 .

a

Welke hyperbool past bij ( x + 1 ) ( y 3 ) = 12 ?
En welke bij ( x 2 ) ( y + 4 ) = 8 ?
Licht je antwoord toe.

b

Geef de vergelijkingen van de drie andere hyperbolen. Op de hyperbolen zijn roosterpunten aangegeven.
Licht je antwoord toe.

4s
5s

Van een hyperbool is bekend dat de verticale asymptoot x = 5  is. Twee punten van de hyperbool zijn ( 7,4 ) en ( 1, 4 ) .

a

Geef een vergelijking van de hyperbool?

b

Voor welke x liggen de punten ( x , y ) van de hyperbool van vraag a minder dan 0,01 van de lijn y = 2 ?

Drie punten van een hyperbool zijn ( 5,6 ) , ( 11,0 ) en ( 3, 2 ) .

c

Wat is een vergelijking van de hyperbool door deze drie punten?