29.8  Extra opgaven
1

Gegeven vijf parabolen:
y = x 2 + x ,
y = x 2 7 x ,
y = 3 x 2 ,
y = ( x + 2 ) 2 3 en
y = 1 2 ( x 1 ) 2 + 8 .

a

Bereken bij elke parabool:

  • de nulpunten (indien mogelijk),

  • het snijpunt met de y -as,

  • de vergelijking van de symmetrieas,

  • de top en

  • enkele punten links en rechts van de symmetrieas.

b

Teken de parabolen in een assenstelsel.

2

Bepaal de top van de volgende parabolen.

y = x 2 + 12 x
y = 2 x 2 5 x
y = x 2 + 3 x + 2
y = x 2 + 4 x + 6

3

De parabool heeft O ( 0,0 ) als top en gaat door ( 4,3 ) .

a

Geef een vergelijking van de parabool.

Er zijn twee punten op de parabool die op gelijke hoogte liggen en onderlinge afstand 6 hebben.

b

Bereken de coördinaten van die punten.

4

Neem over en vul in.

x 2 + 20 x + ... = ( x + ... ) 2

x 2 ... x + ... = ( ... 2 1 2 ) 2

x 2 ... x + ... = ( ... 9 ) 2

x 2 + 12 x = ( x + ... ) 2 ...

x 2 + 13 x + ... = ( x + ... ) 2

x 2 2 x = ( x ... ) 2 ...

5

Los de volgende vergelijkingen op. Probeer eerst of je kunt ontbinden. Lukt dat niet, splits dan kwadraat af.

14 = x ( x 5 )

( x + 1 ) 2 + ( x + 3 ) 2 = 4 x 2

2 x 2 + x = 5 x + 8

x 2 3 x = 2 x 2 + x + 1

25 = 4 ( x + 1 ) 2

x 2 + 5 x + 3 = 0

6

Een grasveld van 4 bij 4 meter wordt aan drie zijden begrensd door een border die overal x  meter breed is.

a

Voor welke x is de oppervlakte van de border gelijk aan de oppervlakte van het grasveld?

b

Voor welke x is de oppervlakte van het grasveld twee keer zo groot als de oppervlakte van de border?

7

Los de volgende vergelijkingen op met de abc-formule.

3 x 2 + 10 x + 3 = 0

x 2 8 x = 22

2 x 2 = 5 x 3

5 x 2 + 4 x 4 5 = 0

8

In een vierkant van 8 bij 8 cm wordt een kleiner vierkant (is gekleurd) getekend.
De oppervlakte van het kleinere vierkant is drie keer zo groot als de oppervlakte van de vier driehoeken samen.

a

Druk de oppervlakte van een driehoek uit in x .

b

Welk deel van het grote vierkant is niet gekleurd?
Hoe groot zijn dus de vier driehoekjes samen?

c

Bereken x .

9

Van een balk is de lengte 4 meer dan de hoogte, de breedte is 3 meer dan de hoogte.
De totale oppervlakte van de balk is 162.
Noem de hoogte van de balk x .

a

Maak een schets van de balk en zet de maten er bij, uitgedrukt in x .

b

Bereken de hoogte x van de balk.

10

We volgen een vuurpijl op zijn baan door de lucht.
De hoogte van de vuurpijl is: h = 50 t 5 t 2 . Hierin is h de hoogte in meters en t het aantal seconden na afvuren.
De formule h = 50 t 5 t 2 geldt natuurlijk alleen zolang de vuurpijl in de lucht is.

a

Hoelang duurt de vlucht van de vuurpijl?

b

Wat is de maximale hoogte van de vuurpijl?

c

Teken de grafiek. Zet t horizontaal uit, 0 t 11 , en h verticaal, 0 h 160 .

d

Bereken op welke tijdstippen de hoogte van de vuurpijl meer dan 113,75 meter is.