1

In Roosterdam wordt een fancy fair gehouden om geld in te zamelen voor de plaatselijke sportvereniging. Op de fancy fair kun je vier geluksspelletjes spelen: doublette, étoile circulaire, muntjewerp en langstraat. Elk spelletje wordt geleid door de “bankhouder”.



De geluksspelletjes kunnen:
  • eerlijk zijn, dat wil zeggen dat de uitkering gemiddeld even groot is als de inzet;

  • voordeel opleveren voor de speler;

  • voordeel opleveren voor de bankhouder.

a

Speel elk geluksspelletje minimaal tien keer. Noteer je resultaten op het werkblad.

Misschien heb je gemerkt dat, hoe vaker je een spelletje speelt, des te groter je totale winst of verlies is. Met de gemiddelde uitbetaling per spel, of kortweg het gemiddelde, is dat niet het geval. De gemiddelde uitbetaling per spel vind je door de totale uitbetaling te delen door het aantal spellen dat je gespeeld hebt. Heb je bijvoorbeeld 10 keer het geluksspelletje doublette gespeeld en is je totale verlies 3  euro, dan is je gemiddelde uitbetaling per spel 3 : 10 = 0,3 ofwel 30  cent verlies.

b

Bereken jouw gemiddelde uitbetaling per spel voor de vier geluksspelletjes. Vergelijk de gemiddelden die je gevonden hebt ook eens met die van je klasgenoten.

Waarschijnlijk heb je voor de gemiddelde winst per spel heel andere uitkomsten dan je klasgenoten. Pas als iedereen in de klas heel vaak speelt (zeg 10.000 keer), kun je met grote zekerheid zeggen dat alle leerlingen ongeveer dezelfde gemiddelde winst per spel zullen hebben.

c

Welke van de vier geluksspelletjes zijn volgens jou eerlijk en welke niet?