Legpuzzels
1

We hebben twee vierkanten van 4 bij 4 cm.

a

Knip deze vierkanten elk in twee stukken en leg met de vier stukken één groter vierkant.

b

Teken in je schrift hoe je dat doet.
Wat zijn de zijden van dat grotere vierkant?

2
a

Knip uit roosterpapier vijf vierkanten van 4 bij 4 cm.
Knip vier van die vierkanten in twee stukken. De kniplijn loopt van een hoekpunt naar het midden van een zijde.

b

Hoe lang is de kniplijn (exact)?

Van de negen stukken kunnen we één groot vierkant leggen.

c

Wat zullen de zijden van dat vierkant worden?

d

Zoek uit hoe je van de negen stukken één groter vierkant kunt leggen. Laat zien hoe je dat gedaan hebt.


Deze puzzel staat bekend als de Egyptische puzzel.

Opmerking

De figuren hieronder kun je ook leggen met de stukjes uit opgave 2.