16.5  Geparametriseerde krommen >

Een punt is op tijdstip t in ( x ( t ) , y ( t ) ) . De baan die het punt beschrijft is een geparametriseerde kromme K .
We noteren dit ook als: K : { x ( t ) y ( t ) .
( x ( t ) , y ( t ) ) heet een parametrisering of parametervoorstelling (pv) van K .

Zo is bijvoorbeeld ( cos ( t ) , sin ( t ) ) een parametrisering van de eenheidscirkel.

De vector ( x ( t ) y ( t ) ) is de snelheidsvector waarmee het punt beweegt.
Bij een gladde kromme is de snelheidsvector richtingsvector van de raaklijn aan de baan ,als deze niet 0 is.
De vector ( x ( t ) y ( t ) ) is de versnellingsvector.
De (grootte van de) snelheid waarmee het punt beweegt is ( x ( t ) ) 2 + ( y ( t ) ) 2 en van de versnelling ( x ( t ) ) 2 + ( y ( t ) ) 2 .

Voorbeeld:

Hiernaast is de kromme K getekend met pv
( x ( t ) , y ( t ) ) = ( t 3 2 t 2 , t 2 ) .

De snijpunten met de y -as vind je als volgt:
t 3 2 t = 0 t = 0  of  t = 2 . Dit geeft de punten ( 0,0 ) en ( 0,4 ) .
De snelheidsvector is ( 3 t 2 4 t 2 t ) .
Op t = 1 is het bewegende punt in ( 1,1 ) . De snelheidsvector is dan ( 1 2 ) , dus de raaklijn in ( 1,1 ) heeft richtingscoëffiënt 2 .
De snelheid op tijdstip t is: 9 t 4 24 t 3 + 20 t 2 .

De raaklijn aan K is horizontaal als y ( t ) = 0 en x ( t ) 0 , dus in geen enkel punt (buiten eventueel ( 0,0 ) ).

De raaklijn is verticaal als x ( t ) = 0 en y ( t ) 0 , dus als t = 1 1 3 , dus in het punt ( 32 27 , 16 9 ) .

1

We gaan verder met de kromme K uit het voorbeeld.

De lijn y = a snijdt de kromme K in twee punten die afstand 6 tot elkaar hebben.

a

Bereken a exact.

b

Ga na dat de punten ( x , y ) = ( a a 2 a , a ) op K liggen.

Je krijgt op die manier niet alle punten van K .

c

Welke niet?

d

Ga na dat de punten ( x , y ) = ( t t 2 t , t ) op K liggen en met de punten uit onderdeel a de hele kromme K vormen.

e

Ga na dat de krommen met pv ( x , y ) = ( t t 2 t , t ) en ( x , y ) = ( t t 2 t , t ) beide dezelfde raaklijn hebben in O ( 0,0 ) hebben.

2

Een kogeltje beweegt volgens: { x = 2 t 2 + 3 t t + 2 y = t 2 .
De baan B is hiernaast getekend.

a

Bepaal lim t 2 x ( t ) en lim t 2 y ( t ) .
Wat betekenen deze limieten voor de baan?

Het kogeltje komt twee keer in hetzelfde punt.

b

Bereken de coördinaten van dit punt exact.

Behalve in O snijdt de baan de y -as in nog een ander punt.

c

Geef langs algebraïsche weg een vergelijking van de raaklijn aan de baan in dat punt.

3

Een kogeltje beweegt volgens
{ x = cos ( 2 t ) y = tan ( t ) , met 1 2 π < t < 1 2 π .
De baan is hiernaast getekend. Deze is symmetrisch in de x -as

a

Bewijs dat.

De baan heeft een asymptoot.

b

Geef een vergelijking hiervan. Licht je antwoord toe met limieten.

c

Toon aan dat de punten van de baan voldoen aan de vergelijking y 2 + 1 = 2 x + 1 .

4

De bewegingsvergelijkingen van het punt P zijn:
( x P , y P ) = ( t 2 2 t , t 2 + 2 t ) . De baan van P is hiernaast getekend.
Behalve in O snijdt de baan de x -as in nog een ander punt.

a

Bereken de hoek waaronder de baan de x -as snijdt in graden nauwkeurig.

Het punt Q doorloopt dezelfde baan, maar ligt één tijdseenheid vóór op P .

b

Geef de bewegingsvergelijkingen van Q .

c

Bereken exact op welk tijdstip t de punten P en Q het dichtst bij elkaar zijn.

5

De kromme K wordt geparametriseerd door
( x , y ) = ( t + cos ( t ) , t + sin ( t ) ) .
Hiernaast is de baan getekend met de lijn y = x .

a

Bereken exact de eerste twee tijdstippen na 0 waarop de beweging in verticale richting gaat.

b

Bereken exact de eerste twee tijdstippen na 0 waarop de beweging evenwijdig met de lijn y = x is.