16.3  Limieten, perforaties en asymptoten >

Hiernaast is de grafiek van een functie f getekend.
Er geldt: lim x ± f ( x ) = 2 , dus de lijn y = 2 is horizontale asymptoot van de grafiek van f .
Er geldt: lim x 1 f ( x ) = , dus de lijn x = 1 is verticale asymptoot van de grafiek van f .
lim x 1 f ( x ) = dus de lijn x = 1 is verticale asymptoot van de grafiek van f .

Als t en n bijvoorbeeld veeltermfuncties zijn en t ( a ) 0 en n ( a ) = 0 , dan lim x a t ( x ) n ( x ) = of lim x a t ( x ) n ( x ) = en
lim x a t ( x ) n ( x ) = of lim x a t ( x ) n ( x ) = .
Als t ( a ) = n ( a ) = 0 , moet je nader onderzoek doen. De grafiek kan een perforatie hebben.

Voorbeeld:

Gegeven is de functie f : x x 3 4 x x 3 2 x 2 . Hiernaast staat de grafiek.
Voor x = 0 en x = 2 zijn zowel x 3 4 x als x 3 2 x 2 gelijk aan 0 .
Er geldt: f ( x ) = x ( x 2 ) ( x + 2 ) x 2 ( x 2 ) als x 0 en x 2 .
Dus lim x 2 f ( x ) = lim x 2 x + 2 x = 2 , dus de grafiek van f heeft een perforatie P ( 2,2 ) .
lim x 0 f ( x ) = lim x 0 x + 2 x = en lim x 0 f ( x ) = lim x 0 x + 2 x = , dus de grafiek van f heeft een verticale asymptoot x = 0 .


Voorbeeld
Gegeven is de functie g : x x 2 x x | x 2 | .
Als x > 2 , dan g ( x ) = 1 2 ( x 2 x ) .
Als x 2 , dan g ( x ) = x ( x 1 ) 2 ( x 1 ) = 1 2 x als x 1 .
Dus lim x 1 g ( x ) = lim x 1 1 2 x = 1 2 .
De grafiek van g (hiernaast getekend) heeft perforatie ( 1, 1 2 ) .

1

Voor elke waarde van a is f a de functie met f a ( x ) = a x 2 + 1 x 2 + 2 x .

a

Voor welke waarde van a heeft de grafiek van f a slechts één verticale asymptoot?
Welk punt is in dat geval perforatie?

b

Voor welke waarde van a is de lijn y = 2 horizontale asymptoot?

2

Bepaal van de volgende functies de horizontale en verticale asymptoten en de perforaties. Schrijf de bijbehorende limieten op.

f : x 2 x + 1 x 1

g : x 2 x + 1 | x 1 |

h : x x 3 x 2 9

k : x | x | 3 x 2 9

Met exponentiële en logaritmische functies

Standaardlimieten

  1. In de figuur links staan de grafieken van twee standaard-exponentiële functies.
    Als g > 1 , dan lim x g x = 0 , lim x g x = .
    Als 0 < g < 1 , dan lim x g x = , lim x g x = 0 .
    De x -as is horizontale asymptoot van de grafiek van y = g x .

  2. In de figuur rechts staan de grafieken van twee standaard-logaritmische functies.
    De functie y = g log x is de standaard-logaritmische functie met grondtal g , met 0 < g < 1 of g > 1 .
    Als 0 < g < 1 , dan lim x 0 g log x = , lim x g log x = .
    Als g > 1 , dan lim x 0 g log x = , lim x g log x = .
    De y -as is verticale asymptoot.

Voorbeeld:
  1. lim x 2 x + 2 2 x = lim x 1 + 2 x + 1 1 = 1 + 0 1 = 1

  2. lim x 2 x + 2 2 x =

  3. lim x 2 x + 2 2 x + 1 + 1 = lim x 1 + 2 x + 1 2 + 2 x = 1 + 0 2 + 0 = 1 2

  4. lim x 2 x + 2 2 x + 1 + 1 = 0 + 2 0 + 1 = 2

  5. lim x 2 x + 2 3 x + 1 + 1 = 0 + 2 0 + 1 = 2

  6. lim x 2 x + 2 3 x + 1 + 1 = lim x 1,5 x + 2 3 x 3 + 3 x = 0 + 0 3 + 0 = 0

  7. lim x 0 ln ( x ) + 1 2 ln ( x ) 1 = lim x 0 1 + 1 ln ( x ) 2 1 ln ( x ) = 1 + 0 2 0 = 1 2

In het derde voorbeeld is bij de eerste stap teller en noemer gedeeld door 2 x ,
in het zesde voorbeeld is bij de eerste stap teller en noemer vermenigvuldigd met 3 x ,
merk bij het zevende voorbeeld op: als x 0 , dan ln ( x ) .

3

Hiernaast is de grafiek van f ( x ) = e x + 4 e x 2 getekend. Je ziet dat de grafiek drie asymptoten heeft.

Geef een vergelijking van de asymptoten en schrijf de bijbehorende limieten op.

4

Gegeven is de functie f : x 2 ln ( x ) + 1 ln ( x ) 1 .

a

Bepaal het domein van f .
Controleer je antwoord door de grafiek op de GR te tekenen.

b

Bepaal de twee asymptoten van de grafiek van f ; schrijf bijbehorende limieten op.

Er gebeurt iets bijzonders met de functie bij x = 0 : de functiewaarde bestaat niet, maar lim x 0 f ( x ) bestaat wel.
Het is een open randpunt. (Je zou het ook een perforatie kunnen noemen, maar dat is een beetje vreemd omdat het zich aan de rand bevindt.)

c

Bepaal met een limiet de coördinaten van dit bijzondere punt.

5

Gegeven is de functie f ( x ) = 4 x 1 2 x 1 .

a

Bepaal de vergelijking van de horizontale asymptoot.

b

Toon aan dat de grafiek een perforatie heeft en bereken exact de coördinaten van de perforatie.

Scheve asymptoten

Sommige functies hebben een scheve asymptoot. We geven een definitie.

De functie f heeft de lijn y = a x + b als scheve asymptoot als lim x ( f ( x ) ( a x + b ) ) = 0 of lim x ( f ( x ) ( a x + b ) ) = 0 .

Voorbeeld:

Neem de functie f ( x ) = 4 x 2 + 4 x 3 x + 3 .
Je kunt in de teller geforceerd de factor x + 3 buiten haakjes halen, ook al past dat niet helemaal. Ga na:
f ( x ) = ( x + 3 ) ( 4 x 8 ) + 21 x + 3 = ( x + 3 ) ( 4 x 8 ) x + 3 + 21 x + 3
dus f ( x ) = 4 x 8 + 21 x + 3 .
Er geldt blijkbaar: f ( x ) ( 4 x 8 ) = 21 x + 3 .
Omdat lim x ± 21 x + 3 = 0 is de lijn y = 4 x 8 scheve asymptoot van de grafiek van f .

6
a

Bereken de scheve asymptoot van f ( x ) = 6 x 2 4 x + 2 3 x + 1 .

b

Bereken de scheve asymptoot van g ( x ) = x 2 3 x 2 x + 2 .

c

Bereken de scheve asymptoot van h ( x ) = ( x + 3 ) 3 3 x 2 .

Voor elke waarde van a is de functie f a ( x ) = x 2 + a x + 2 x + 1 gegeven.
d

Bereken de waarde van a als de lijn y = x 3 de scheve asymptoot is.

Er is één waarde van a waarvoor de grafiek van f a geen scheve asymptoot heeft, maar een perforatie.
e

Bereken deze waarde van a en de coördinaten van de perforatie.

7

Voor elke waarde van a is gegeven de functie
f a ( x ) = ( x a ) ( 2 x 2 + 4 x ) x 2 9 .

a

Stel een vergelijking op van elk van de asymptoten van de grafiek van f 6 .

b

Voor welke waarde(n) van a heeft de grafiek een perforatie? Bereken exact de coördinaten van de perforatie(s).

8

Hiernaast is de grafiek van de functie f : x x + 1 x 2 1 getekend.

a

Wat is het domein van de functie?

b

Bereken langs algebraïsche weg lim x f ( x ) , lim x f ( x ) en lim x 1 f ( x ) .

Voor een negatief getal a geldt: a 2 = a , dus voor x < 1 geldt:
x + 1 x 2 1 = x + 1 x 1 .

c

Leg dat uit.

d

Bereken nu langs algebraïsche weg lim x 1 f ( x ) .