15.4  Asymptoten en perforaties >
Asymptoten en perforaties
1

Bekijk de functie f : x 1 2 x + e x . De grafiek staat hiernaast, samen met de lijn y = 1 2 x .
Naarmate je verder naar rechts gaat, hoe dichter de grafiek van f bij de lijn y = 1 2 x komt, preciezer gezegd:
lim x f ( x ) 1 2 x = 0 .
We zeggen dat de functie f de lijn y = 1 2 x als
scheve asymptoot heeft.

a

Vanaf welke x exact geldt: f ( x ) 1 2 x < 1 1000 ?

b

Bereken de extreme waarde van f ( x ) exact.

2

Gegeven is de functie f : x x 2 x 1 . De grafiek staat hiernaast.
De grafiek van f heeft een scheve en een verticale asymptoot. Die zijn gestippeld.
Er zijn getallen a , b en c zó, dat f ( x ) = a x + b + c x 1 .

a

Bereken die getallen exact.

(hint)
Maak een deling zoals in de paragraaf Rekentechniek van hoofdstuk 3 van deel 1 van V4.
Of schrijf a x + b + c x 1 als één breuk.
b

Geef een vergelijking van de scheve asymptoot. Schrijf de bijbehorende limiet op, zoals in opgave 33.

c

Geef een vergelijking van de verticale asymptoot. Schrijf de bijbehorende limieten op.

De grafiek van f is symmetrisch in het snijpunt ( 1,2 ) van de asymptoten.

d

Bewijs dat.

De lijn y = a x + b is scheve asymptoot van de grafiek van een functie f als:
lim x f ( x ) ( a x + b ) = 0 of lim x f ( x ) ( a x + b ) = 0 .

Opmerking:

Een functie van de vorm x p ( x ) q ( x ) waarbij p en q veeltermfuncties zijn waarbij de graad van p één meer is dan de graad van q heeft een scheve asymptoot, zoals in opgave 34.
Die vind je door een deling te maken zoals in de Rekentechniek van het hoofdstuk Verbanden uit 4vb besproken is.

3

Hiernaast staan de grafieken van de functies f en g met
f ( x ) = x 2 + x 1 x + 1 en g ( x ) = x 3 x 2 + 1 .
De grafieken hebben beide dezelfde scheve asymptoot.

a

Schrijf f ( x ) = x + + x + 1 en g ( x ) = x x x 2 + 1 , met op de stippellijnen de juiste getallen.

De grafiek van f heeft een verticale asymptoot.

b

Geef een vergelijking hiervan.

c

Los exact op: f ( x ) = g ( x ) .

(hint)
Gebruik onderdeel a.
d

Voor welke x geldt: f ( x ) g ( x ) ?

4

Voor elke waarde van a wordt de functie f a gegeven door:
f a ( x ) = 4 x 2 10 x + 4 2 x a , met x 1 2 a . De grafiek van f a heeft een verticale asymptoot en een scheve asymptoot. De twee asymptoten snijden elkaar onder een hoek β. met β in graden.
In de figuur is de grafiek van f 5 met de asymptoten en hoek β weergegeven.

a

Bereken algebraïsch de waarde van β.

Er zijn waarden van a , zoals a = 5 (zie figuur), waarvoor de grafiek van f a twee toppen heeft. De top met de kleinste x -coördinaat noemen we de linkertop. Er is een waarde van a waarvoor de linkertop op de y -as ligt.

b

Bereken exact voor welke waarde van a de linkertop op de y -as ligt.

Er zijn twee waarden van a waarvoor de grafiek van f a een lijn met een perforatie is.

c

Bereken exact, voor de grootste van die twee waarden van a , de coördinaten van de perforatie.

5

Gegeven is de functie f : x ln ( 3 x 2 + 2 x + 3 ) ln ( x 2 + 1 )

a

Wat is het domein van f ?

b

Bereken lim x f ( x ) en lim x f ( x ) exact.

(hint)
Schrijf f ( x ) = ln ( ) .
c

Bereken de extreme waarden van f ( x ) exact.

Perforatie of niet
6

Gegeven is de functie f met f ( x ) = 1 2 x + x e x 1 . Deze functie is al in opgave 23 aan de orde geweest.
Daar heb je laten zien dat de grafiek symmetrisch is in de y -as.
De grafiek heeft twee scheve asymptoten.

a

Welke?

0 zit niet in het domein van de functie. Zo te zien heeft de grafiek een perforatie ( 0,1 ) .
Dit is juist als lim x 0 e x 1 x = 1 .

b

Toon dat aan door te laten zien dat deze limiet gelijk is aan g ( 0 ) voor zekere functie g .

(hint)
Je moet dus een functie g zoeken zó, dat g ( x ) g ( 0 ) x 0 = e x 1 x , dan g ( x ) g ( 0 ) x 0 = lim x 0 e x 1 x = g ( 0 ) , ga dat na.
7

Voor elke p is f p de functie met f p ( x ) = 2 x + p x 2 4 .

a

Wat is het domein van f p ?

b

Toon aan dat de grafiek van f 4 maar één verticale asymptoot heeft en een perforatie. Wat zijn de coördinaten van de perforatie?

c

Voor welke waarden van p heeft de grafiek van f p een perforatie?

8

f is de functie met f ( x ) = x | x | x x 2 1 .

a

Bepaal de asymptoten en perforaties van de grafiek van f . Licht je antwoord toe.

b

Bewijs dat de grafiek van f symmetrisch is.

9

Gegeven is de functie f met f ( x ) = cos 2 ( x ) sin ( x ) 1 op domein [ 0,2 π ] .

a

Teken de grafiek van f op de GR.

De grafiek lijkt op een sinusoïde, maar is het niet.

b

Waarom niet?

c

Bereken lim x 1 2 π f ( x ) exact.

Meer over asymptoten
10

Gegeven is de functie f : x e x 2 ln | x | .

a

Wat is het domein van f ?

b

Bepaal lim x f ( x ) , lim x f ( x ) , lim x 0 f ( x ) en lim x 0 f ( x ) .

c

Bereken de extreme waarde van f ( x ) exact.

De grafiek van f heeft een perforatie: ( 0,0 ) .

d

Als dat punt aan de grafiek wordt toegevoegd, wat is dan de raaklijn in dat punt aan de grafiek?

11

Gegeven is: f : x x e 1 2 x 2 .

a

Wat is lim x f ( x ) en lim x f ( x ) ?

b

Bereken de coördinaten van de punten op de grafiek van f met een horizontale raaklijn.

c

Voor welke waarden van p heeft de vergelijking f ( x ) = p precies twee oplossingen?
Licht je antwoord toe.

12

Gegeven is de functie f : x x 2 e p x , voor alle mogelijke waarden van p .

a

Voor welke waarden van p is lim x f ( x ) = 0 ?

b

Voor welke waarde van p heeft de grafiek van f een horizontale raaklijn in het punt met eerste coördinaat 1 ?

13

Gegeven is de functie f : x x e 1 x . Hiernaast staat de grafiek.
De lijn y = x + 1 is ook getekend. Het lijkt erop dat deze lijn scheve asymptoot is van de grafiek van f . In opgave 37 heb je bewezen dat lim a 0 e a 1 a = 1 . Met een handige substitutie kun je hieruit exact bewijzen dat deze lijn scheve asymptoot is.

a

Doe dat.

(hint)
Substitueer x = 1 a .

Er geldt: lim x 0 f ( x ) = 0 .

b

Toon dit langs algebraïsche weg aan.

c

Bereken exact de coördinaten van het punt op de grafiek van f met een horizontale raaklijn exact.

14

Gegeven is de functie f : x x 2 + 1 . De grafiek van f is hieronder getekend met de lijnen y = x en y = x .

Het lijkt erop dat deze lijnen scheve asymptoot van de grafiek van f zijn. Als x erg groot is, dan x 2 + 1 x 2 = x en als x erg klein (negatief) is, dan x 2 + 1 x 2 = x .
In deze opgave bewijzen we dat de lijnen y = x en y = x inderdaad scheve asymptoten van de grafiek van f zijn.

In de figuur hiernaast is ook nog de grafiek van h : x x + 1 x getekend.
Het lijkt erop dat voor positieve x geldt: x < f ( x ) < h ( x ) .

a

Toon exact aan dat dit klopt.

(hint)
Kwadrateer.

Omdat de grafiek van h de lijn y = x als asymptoot heeft, is deze lijn ook scheve asymptoot van de grafiek van f .

b

Toon aan dat de y -as symmetrie-as van de grafiek van f is.
Dus de lijn y = x is ook scheve asymptoot.

We bekijken de functie k : x x 2 + 2 x + 2 .
Als x erg groot is, dan x 2 + 2 x + 2 x 2 = x . Maar de lijn y = x is geen scheve asymptoot van de grafiek van k !
Er geldt: x 2 + 2 x + 2 = ( x + 1 ) 2 + 1 .

c

Hoe ontstaat de grafiek van k uit die van f ?
Dus welke lijnen zijn asymptoot van de grafiek van k ?

De functie g met formule g ( x ) = x 2 + 100 ontstaat uit die van f door puntvermenigvuldiging ten opzichte van de oorsprong O met factor 10 .

d

Toon dat aan.

(hint)
Puntvermenigvuldigen met 10 ten opzichte van O is hetzelfde als horizontaal en verticaal net 10 vermenigvuldigen.
e

Welke scheve asymptotenheeft de grafiek van g ?

De grafiek van de functie x x 2 + a heeft de lijnen y = x en y = x als scheve asymptoot voor elke a .

Voor negatieve waarden van a , zie de Extra opgaven.