Gegeven is de cirkel met middelpunt die de -as en de -as raakt.
Hierbij kan alle mogelijke waarden ongelijk aannemen.
Geef een vergelijking van die cirkel.
Met GeoGebra kun je een animatie maken.
In de figuur is een deel van het GeoGebra-scherm weergegeven.
Maak een schuifknop voor met de knop a=2 in de bovenste balk van het scherm, zie figuur.
Voer in het invoerveld de vergelijking uit onderdeel a in.
Klik met de rechter muisknop op de schuif; het venster dat dan verschijnt is in de
figuur afgebeeld.
Vink aan: animatie aan.
Teken het punt en bepaal met de schuif voor welke de cirkel door gaat.
Bereken exact de twee waarden van waarvoor de cirkel door gaat.
In deze opgave laten we met GeoGebra een cirkel met straal aan de bovenkant over de lijn lopen.
Geef een pv van de lijn waarover het middelpunt van de cirkel loopt.
Geef vergelijkingen van de cirkels met straal die de lijn aan de bovenkant raken; gebruik voor het variabele middelpunt de pv van onderdeel a.
Maak de animatie in GeoGebra.
Welke middelpunten hebben de cirkels die de -as raken? (Geef de exacte coördinaten, twee mogelijkheden.)
Gegeven zijn de cirkel met vergelijking en het punt .
Voor welke waarden van is gedefinieerd?
Ga na dat op de cirkel ligt. Op welk deel van van cirkel ligt ?
Geef een vergelijking van de raaklijn in aan de cirkel
Maak een animatie met GeoGebra waarbij over
de bovenkant van de cirkel met middelpunt
en straal loopt en de raaklijn in
meedraait.
Varieer met behulp van een schuifknop.
Teken de cirkel en de raaklijn in .
Het is mooi als je de raaklijn bijvoorbeeld eenheden lang maakt. (Teken daarvoor een cirkel met middelpunt .)
Teken in GeoGebra met behulp van een schuifknop cirkels die de lijnen en
raken.
Je kunt cirkels tekenen die van boven naar beneden gaan, of van links naar rechts.
Het kan ook tegelijkertijd.
Je kunt ook nog de cirkels in de ene richting van klein naar groot laten gaan en in
de andere van groot naar klein.
Of nog iets anders verzinnen.
Schrijf op wat je gedaan hebt.
Gegeven zijn , en de punten met .
Toon aan dat gelijke afstand tot de halve lijnen en heeft.
Maak een animatie in Geogebra met cirkels die de halve lijnen en raken.
Binnen een cirkel met middelpunt en straal zijn er een heleboel tweetallen cirkels met middelpunt op de -as die elkaar uitwendig raken en de grote cirkel inwendig raken.
De rechter cirkel heeft middelpunt .
Geef een vergelijking van de rechter en de linker cirkel.
Varieer het middelpunt van de linker cirkel in een animatie met GeoGebra.
In de figuur hieronder is ,
,
en
.
De twee cirkels in de figuur hebben een variabel middelpunt op de diagonaal binnen
vierkant
en raken zowel elkaar uitwendig als de zijden van het vierkant.
Neem aan: de linker cirkel heeft middelpunt .
De straal van de rechter cirkel noemen we en het verschil van de -coördinaat (en de -coördinaat) van en noemen we , zie figuur.
Toon aan: .
Toon aan dat voor de straal van de rechter cirkel geldt: .
Druk de coördinaten van het middelpunt van de rechter cirkel in uit.
Beide cirkels moeten binnen het vierkant blijven. Dit legt beperkingen aan de waarden van op.
Bepaal die exact.
Maak nu een animatie met de 'pulserende' cirkels in het vierkant.