13.3  Snijpunten berekenen >
Lijn en cirkel
1
a
b

( 1 + t ) 2 + ( 1 + 2 t ) 2 = 5 5 t 2 2 t 3 = 0 t = 1 of t = 3 5 . Dit geeft de punten ( 2,1 ) en ( 2 5 , 2 1 5 )

c

Voor y = 3 x invullen in de vergelijking van de cirkel geeft:
x 2 + ( 3 x ) 2 = 5 2 x 2 6 x + 4 = 0 , dus x = 1 of x = 2 en de snijpunten zijn ( 1,2 ) en ( 2,1 ) .

2
a

( x 3 ) 2 + ( y 1 ) 2 = 9

b

Voor x = 1 1 2 1 1 2 y invullen in ( x 3 ) 2 + ( y 1 ) 2 = 9 geeft: ( 1 1 2 y 1 1 2 ) 2 + ( y 1 ) 2 = 9 .
Deze vergelijking heeft oplossingen y = 1 en y = 23 13 . De snijpunten zijn: ( 0,1 ) en ( 4 2 13 , 1 10 13 ) .

3
a
b

y = 3 x 11 invullen in ( x 1 ) 2 + ( y 2 ) 2 = 10 geeft: ( x 1 ) 2 + ( 3 x 13 ) 2 = 1 . Deze vergelijking is te herleiden tot de vergelijking ( x 4 ) 2 = 0 en die heeft maar één oplossing: x = 4 , dus er is maar één gemeenschappelijk punt ( 4,1 ) .

Twee cirkels
4
a

3 x + 2 y = 10

b

Voor de coördinaten ( x , y ) van een snijpunt geldt zowel: ( x 2 ) 2 + ( y 2 ) 2 13 = 0 als ( x + 1 ) 2 + y 2 26 = 0 , dus ook
( x 2 ) 2 + ( y 2 ) 2 13 = ( x + 1 ) 2 + y 2 26 .

c

y = 1 1 2 x + 5 invullen in een van beide cirkel-vergelijkingen geeft:
( x 2 ) 2 + ( 1 1 2 x + 3 ) 2 13 = 0 .
De oplossingen van deze vergelijking zijn: x = 0 en x = 4 .
De snijpunten zijn ( 0,5 ) en ( 4, 1 ) .

5
a

x 2 + y 2 16 x 12 y + 35 = 0

b

( x 8 ) 2 + ( y 6 ) 2 = 65 , dus het middelpunt is ( 8,6 ) en de straal is 65 .

c

-

d

7 0 + 5 0 = 0 , ( 0 1 ) ( 0 1 ) = 1 , 2 0 + 3 0 = 2 .

6

De lijn door de gemeenschappelijke punten heeft vergelijking 3 x 4 y 4 = x 16 y = x + 3 .
Voor y = x + 3 invullen in x 2 + y 2 x = 16 geeft: x 2 + ( x + 3 ) 2 x = 16 2 x 2 + 5 x 7 = 0 , dus x = 1 of x = 3 1 2 . De snijpunten zijn ( 1,4 ) en ( 3 1 2 , 1 2 ) .

7

x 2 + y 2 13 = x 2 + y 2 12 x 18 y + 65 kun je vereenvoudigen tot: 2 x + 3 y = 13 .
De lijn met deze vergelijking heeft maar een punt met de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 = 13 gemeen namelijk R ( 2,3 ) .

8
a

M ligt even ver van P als van Q .
Hetzelfde geldt voor N .

b

Vereenvoudigen geeft: 4 x + y = 25 en lijn M N heeft richtingsvector ( 4 1 ) .

c

Als je de haakjes wegwerkt, verschilt de vergelijking die je krijgt hooguit een constante, dus je krijgt een lijn evenwijdig aan de lijn uit b.