15.4  Discrete analyse >
1
a

{ a 0 = 4 a n = a n 1 + 2 n = 0, 1, 2,

b

a 0 = 4 , a 1 = 4 + 2 , a 2 = 4 + 2 + 2 = 4 + 2 2 , a 3 = 4 + 2 + 2 + 2 = 4 + 3 2 ,
dus a n = 4 + n 2 , n = 0, 1, 2, .

2
a

b n = 2 b n 1

b

b n = 2 n , n = 1, 2,3,

3
a

s 10 = s 9 + b 10 = 1022 + 2 10 = 2046

b

{ s 1 = 2 s n = s n 1 + 2 n , n = 2,3,

c

d n = 2 n + 1 2 = 2 2 n 2 = 2 n + 2 n 2 = 2 n + d n 1 , klopt.

d

Door een recursieve formule ligt een rij vast. De rijen s n en d n hebben dezelfde recursieve formule.

4

k = 1 3 a k = 6 + 8 + 10 = 24 , k = 4 5 a k = 12 + 14 = 26

Rekenkundige en meetkundige rijen
5
a

{ a 0 = 10 a n = a n 1 4 , n = 1, 2,3, ; a n = 10 4 n , n = 0, 1, 2, .

b

30 = 10 4 n n = 10 , het is dus de 11-de term, want de rij begint met de 0-de term.

c

b n = 7 n 10 , n = 0, 1, 2,

6
a

Recursieve formule: { a 0 = 16 a n = 1 1 2 a n 1 n = 1, 2, ;
directe formule: a n = 16 ( 1 1 2 ) n , n = 0, 1,

b

16 ( 1 1 2 ) n = 121 1 2 ( 1 1 2 ) n = 243 32 , dus n = log ( 243 32 ) log ( 1 1 2 ) = 5 exact want ( 3 2 ) 5 = 243 32 .

c

Noem de beginterm b en de reden r , dan b r 3 = 7 en b r 9 = 700 , dus r 6 = 100 en r = 10 1 3 , dus b ( 10 1 3 ) 3 = 7 , dus b = 7 10 en m n = 7 10 ( 10 1 3 ) n .
Uitdrukkingen die op hetzelfde neerkomen zijn m n = 7 10 1 3 n 1 of
m n = 7 10 10 n 3 of ...

d

De termen zijn afwisselend 10 (de termen met even n ) en 10 , dus p 1000 = 10 en p 1001 = 10 .

e

Geen van beide.

Een formule voor de somrij van een rekenkundige rij
7
a

a 10 = 24 , het aantal termen is 11 , dus j = 0 10 a j = 1 2 11 ( 4 + 24 ) = 154 .

b

Bij 30 hoort n = 13 en bij 60 hoort n = 28 .
Er worden dus 28 12 = 16 termen opgeteld. De som is dus 1 2 16 ( 30 + 60 ) = 720 .

c

Het aantal termen is n + 1 , de beginterm is 4 en de eindterm is 4 + 2 n .
Dus s n = 1 2 ( n + 1 ) ( 4 + 4 + 2 n ) = n 2 + 5 n + 4 .

d

De poten van de grootste L zijn n + 2 en n + 3 . Het aantal blokjes is dus: ( n + 2 ) ( n + 3 ) 2 = n 2 + 5 n + 4 .