1

Gegeven is de functie f : x ln ( x 2 1 ) . Hiernaast staat de grafiek.

a

f ( 0 ) bestaat niet, waarom niet?

b

Voor welke getallen x bestaat f ( x ) wel?

g is de functie met g ( x ) = ln ( x + 1 ) + ln ( x 1 ) .

c

Hoe krijg je de grafiek van g uit die van f ?

d

Bereken de nulpunten van f ( x ) .

De grafiek van f heeft twee asymptoten.

e

Welke? Schrijf de bijbehorende limieten op.

Opmerking:

ln ( x + 1 ) + ln ( x 1 ) en ln ( ( x + 1 ) ( x 1 ) ) zijn niet hetzelfde.
De tweede vorm bestaat voor meer waarden van x .
Voor díe waarden van x waarvoor beide vormen bestaan zijn ze hetzelfde.

2

Gegeven is de functie f met f ( x ) = ln ( | e x | x 2 + 1 ) . Hiernaast staat de grafiek.

a

Voor welke x bestaat f ( x ) ?

Voor x > 0 geldt: f ( x ) = 1 + ln ( x ) ln ( x 2 + 1 ) .

b

Laat dat zien.

c

Bereken f ( x ) voor x > 0 .

De grafiek van f is symmetrisch in de y -as.

d

Wat betekent dit voor het verband tussen f ( x ) en f ( x ) ?

e

Bereken de maxima van f ( x ) exact.

f

Welke waarden kan f ( x ) aannemen?

Gegeven is een functie f .
Alle waarden van x waarvoor f ( x ) bestaat, vormen het domein van de functie f .
Alle waarden die f ( x ) aan kan nemen, vormen het bereik van de functie f .

We breiden de intervalnotatie uit.

Het interval [ 1,2 ] bestaat uit de getallen x met 1 x 2 ;
het interval 1,2 bestaat uit de getallen x met 1 < x < 2 ;
het interval 1,2 ] bestaat uit de getallen x met 1 < x 2 ;
het interval [ 1,2 bestaat uit de getallen x met 1 x < 2 ;
het interval ,2 ] bestaat uit de getallen x met x 2 ;
het interval 1, bestaat uit de getallen x met x > 1 ;
enzovoort.
Hoe je zo'n interval in beeld kunt brengen, zie hiernaast.
Het interval 1,2 ] noemen we links-open, rechts-gesloten.

Voorbeeld:

Zie opgave 58.
Het domein van de functie f bestaat uit de intervallen
, 1 en 1, .
Het domein van de functie g is het interval 1, .

Het bereik van de functies f en g is de verzameling van alle (reële) getallen.
Zie opgave 59.
Het domein van de functie f bestaat uit de intervallen ,1 en 1, .
Het bereik van de functie f is het interval ,1 ln ( 2 ) ] .

Opmerking:

Het bereik van een functie vind je meestal door de extremen (maxima en minima) uit te rekenen en een schets van de grafiek te maken.

3

Geef het domein en het bereik van de volgende functies, gebruik de interval-notatie.

f : x 1 x 2

g : x 2 x x 1

h : x x 2

k : x 1 + 2 x

4

Gegeven is de functie f met f ( x ) = ln ( 2 e 2 e 2 x 2 + 1 ) .
De grafiek staat hiernaast.

a

Bereken langs algebraïsche weg de extreme waarde van f ( x ) . Dit kan zonder differentiëren.

b

Wat is lim x f ( x ) en wat lim x f ( x ) ? Licht je antwoord toe.

c

Welke asymptoot heeft de grafiek van f ?

d

Geef het domein en het bereik van f .

5

Gegeven is de functie f met f ( x ) = ln ( e x x + 1 ) .
Hieronder is de grafiek getekend.

Het lijkt erop dat de grafiek een horizontale asymptoot heeft. Daarvoor moet je lim x f ( x ) en lim x f ( x ) berekenen.

a

Bereken die limieten langs algebraïsche weg.

b

Bepaal langs algebraïsche weg het domein van f .

Zo te zien geldt: lim x 0 f ( x ) = en lim x 1 f ( x ) = .

c

Verklaar dat.

Om het domein van een logaritmische functie te bepalen, moet je vaak uitzoeken voor welke x een uitdrukking in x positief is. In het volgende voorbeeld laten we zien hoe je zoiets doet.

Voorbeeld:

Voor welke x geldt: x + 2 x 2 1 > 0 ?
x + 2 x 2 1 is positief als:

  1. x + 2 < 0 en x 2 1 < 0 , óf

  2. x + 2 > 0 en x 2 1 > 0 .

Dus

  1. Dit kan niet, óf

  2. 2 < x < 1 of x > 1 .

Het kan ook anders.
x + 2 x 2 1 wisselt van teken als x + 2 of x 2 1 van teken wisselt, dus als x = 2 of als x = ± 1 .
Vervolgens teken je met de GR de functie f met f ( x ) = x + 2 x 2 1 .
Zo vind je: x + 2 x 2 1 > 0 2 < x < 1 of x > 1 .

6

Gegeven is de functie f met f ( x ) = 2 log ( x 2 1 x 2 4 ) .
De grafiek staat hieronder.

a

Bepaal het domein van f .

b

Geef de horizontale en verticale asymptoten van f met de bijbehorende limieten.

c

Bereken langs algebraïsche weg voor welke x geldt:
f ( x ) < 1 .

d

Voor welke waarden van p heeft de vergelijking f ( x ) = p geen oplossingen?
Licht je antwoord toe.