1

Geef een formule voor de afgeleide van de volgende functies.

f : x x 2 + x

g : x 1 x 2 + x

h : x x x 2 + x

k : x x x 2 + x

2

Gegeven is de functie f : x x + p 2 x voor een of ander getal p .
Neem eerst p = 10 , dus: f ( x ) = x + 10 2 x .

a

Bereken exact de coördinaten van het punt op de grafiek van f waar de raaklijn horizontaal is.

b

Voor welk getal p heeft de grafiek van f een horizontale raaklijn in het punt met eerste coördinaat 2 ?

c

Voor welke waarde van p is de lijn y = 5 een horizontale raaklijn aan de grafiek van f ?

3

Van een gelijkbenige driehoek is de omtrek 30 . De opstaande zijden hebben lengte x .
Voor de oppervlakte O ( x ) van de driehoek geldt:
O ( x ) = ( 15 x ) 30 x 225 .

a

Toon dat aan.

b

Teken de grafiek van O ( x ) op de GR.

Zo te zien heeft O ( x ) een maximale waarde voor x = 10 .

c

Toon dat algebraïsch aan met behulp van O ( x ) .

4

Geef een vergelijking van de buigraaklijn aan de grafiek van de functie y = x 3 6 x 2 .

5

Gegeven is de functie f : x 12 x x 2 + 3 .

a

Teken de grafiek van f op de GR.

f ( x ) heeft twee extreme waarden.

b

Bereken die exact.

c

Wat is lim x f ( x ) ? En wat lim x f ( x ) ?
Welke asymptoot heeft de grafiek van f dus?

6

Gegeven is de functie f : x 12 x + 6 x .

a

Bereken de coördinaten van het punt op de grafiek van f met een horizontale raaklijn exact.

b

Bereken de coördinaten van het buigpunt van de grafiek van f exact.

c

Wat is lim x f ( x ) ? En wat is lim x 0 f ( x ) ?
Welke asymptoot heeft de grafiek van f ?