6.7  Cumulatieve binomiale kansen >
1
a

0,0032 + 0,0211 + 0,0670 = 0,0913

b

Bij k = 3 kijken, dit levert hetzelfde.

c

P ( X = 10 ) = P ( X 10 ) P ( X 9 ) = 0,9961 0,9861 = 0,0100

d

De linker zes staven (de staaf bij 0 heeft nagenoeg hoogte 0 )

e

De linker zeven staven

2
a

0,2024   +   0,1686   +   0,1124   +   0,0609   +   0,0270   =   0,5713

b

Dat is P ( X 10 ) P ( X 4 ) = 0,9861 0,4148 = 0,5713 .

c

De tweede?

3

P ( X = 4 ) = P ( X 4 ) P ( X 3 ) = 0,1382 ; P ( X > 3 ) = 1 P ( X 3 ) = 0,1792 ; P ( 2 X 5 ) = P ( X 5 ) P ( X 1 ) = 0,7626

4

Als je op je GR alleen kansen P ( X k | p = ; ) kunt berekenen, dan doe je zó.
P ( X < 7 | p = 0,15 ; n = 14 ) = P ( X 6 | p = 0,15 ; n = 14 ) = 0,9978 ;
P ( 1 < X < 4 | p = 0,25 ; n = 14 ) = P ( X 3 | p = 0,25 ; n = 14 ) P ( X 1 | p = 0,25 ; n = 14 ) = 0,4203 ;
P ( 4 X 7 | p = 0,30 ; n = 14 ) = P ( X 7 | p = 0,30 ; n = 14 ) P ( X 3 | p = 0,30 ; n = 14 ) = 0,6133
P ( X 4 | p = 0,40 ; n = 20 ) = 1 P ( X 3 | p = 0,40 ; n = 20 ) = 0,9840 .

5
a

n = 10 ; succes = 6 ogen gooien ; p = 1 6

b

P ( X 3 | n = 10 ; p = 1 6 )

c

P ( X 3 | n = 10 ; p = 1 6 ) = 1 P ( X 2 | n = 10 ; p = 1 6 ) = 0,2248

6
a

P ( X 13 | n = 100 ; p = 0,1 ) = 1 P ( X 12 | n = 100 ; p = 0,1 ) = 0,1982 .

b

P ( X 1 | n = 100 ; p = 0,01 ) = 1 P ( X = 0 | n = 100 ; p = 0,01 ) = 0,6340

7
a

P ( X 8 | n = 15 ; p = 0,4 ) = 1 P ( X 7 | n = 15 ; p = 0,4 ) = 0,2131

b

P ( X = 6 | n = 12 ; p = 0,6 ) = P ( X 6 | n = 12 ; p = 0,6 ) P ( X 5 | n = 12 ; p = 0,6 ) = 0,2131 of: ( 12 6 ) 0,6 6 0,4 6 = 0,2131

8
a

P ( 4 X 6 | n = 10 ; p = 0,5 )
= P ( X 6 | n = 10 ; p = 0,5 ) P ( X 3 | n = 10 ; p = 0,5 ) 0,6562

b

Voor 20 worpen:
P ( 8 X 12 | n = 20 ; p = 0,5 )
= P ( X 12 | n = 20 ; p = 0,5 ) P ( X 7 | n = 20 ; p = 0,5 ) 0,7368 ;
Voor 50 worpen:
P ( 20 X 30 | n = 50 ; p = 0,5 )
= P ( X 30 | n = 50 ; p = 0,5 ) P ( X 19 | n = 50 ; p = 0,5 ) 0,8810 ;
Voor 100 worpen:
P ( 40 X 60 | n = 100 ; p = 0,5 )
= P ( X 60 | n = 100 ; p = 0,5 ) P ( X 39 | n = 100 ; p = 0,5 ) 0,9648

9
a

P ( X > 4 | n = 20 ; p = 0,15 ) = 1 P ( X 4 | n = 20 ; p = 0,15 ) = 0,1702

b

Het gaat hier om één klas. Het spijbelen van een leerling beïnvloedt de andere leerlingen. Het spijbelen van de leerlingen is dus niet onafhankelijk.

10
a

X is het aantal onbruikbare schroeven. P ( X 5 | n = 50 ; p = 0,05 ) = 1 P ( X 4 | n = 50 ; p = 0,05 ) = 0,1036

b

0,95 50 50 4

11
a

Het aantal goede antwoorden noemen we X . Dan is de gevraagde kans:,br/> P ( X 8 | n = 20 ; p = 0,25 ) = 1 P ( X 7 | n = 20 ; p = 0,25 ) = 0,1018

b

We zoeken het getal x zó, dat
P ( X x | n = 20 ; p = 0,25 ) = 1 P ( X x 1 | n = 20 ; p = 0,25 ) = 0,01
P ( X x 1 | n = 20 ; p = 0,25 ) = 0,99 .
Met de GR vind je met proberen: x 1 = 9 , dus x = 10 .

12
a

( 12 4 ) 0,15 4 0,85 8 0,068

b

( 40   ×   0,05   ×   50 )   +   ( 40   ×   0,10   ×   10 )   = 140 euro

13

Er moeten minstens 15 operaties slagen.
P ( X 15 | n = 18 ; p = 0,7 ) = 1 P ( X 14 | n = 18 ; p = 0,7 ) = 0,1646

14
a

X is het aantal bollen dat tot bloei komt.
P ( X 18 | n = 20 ; p = 0,9 ) = 1 P ( X 17 | n = 20 ; p = 0,9 ) = 0,6769

b

P ( X < 45 | n = 50 ; p = 0,9 ) = P ( X 44 | n = 50 ; p = 0,9 ) = 0,3839

15
a

X is het aantal bollen dat tot bloei komt.
P ( X 17 | n = 20 ; p = 0,95 ) 0,0755

b

De kans op een gratis nieuw pakket bij 20 bollen is 0,0755 , dus hij moet
0,0755 0,60 1000 = 45 pakketten van 20 achter de hand houden.
Bij een pakket van 50 bollen is de kans dat er te weinig tot bloei komen:
P ( X 44 | n = 50 ; p = 0,95 ) = 0,0378 . Dus hij moet 0,0378 0,60 1500 = 34 pakketten van 50 achter de hand houden.

16
a

0,95 2 0,05 2 = 0,00226 0,95 2 0,05 2 = 0,00226

b

0,95 4 = 0,814

c

( 4 1 ) 0,95 3 0,05 = 0,171

d

De kans op een of meer fouten in één vierkantje is 1 0,95 4 = 0,18549 , dus de verwachting bij 10.000 vierkantjes is: 0,18549 10.000 = 1855 .

17
a

Dan moet het symbool als het drie keer overgeseind wordt, twee of drie keer goed overkomen. De kans daarop is 0,95 3 + ( 3 1 ) 0,95 2 0,05 = 0,9928 .

b

0,9928 4 = 0,9715

c

Met een even getal kunnen er twijfelgevallen zijn.

d

( 5 2 ) 0,95 3 0,05 2 + ( 5 1 ) 0,95 4 0,05 + 0,95 5 = 0,9988

e

0,9988 4 = 0,9954

f

Vijf keer herhalen duurt langer.