In de eredivisie voetbal worden per seizoen wedstrijden gespeeld. Die zijn als volgt verdeeld over het aantal doelpunten.
In hoeveel procent van de wedstrijden werd niet gescoord?
Deze verdeling is niet symmetrisch, maar scheef.
Wat betekent dat?
Elke uur wordt in De Bilt de temperatuur gemeten. De resultaten tussen en uur ’s ochtends in de jaren 1981 t/m 2000 geven de volgende verdeling ( metingen).
Hoe groot is de gemiddelde temperatuur ongeveer?
Wat is er merkwaardig aan de verdeling?
Een lamp hangt boven het wegdek. Uiteraard is het recht onder de lamp het lichtst. Hoe verder je van de lamp weg gaat, des te kleiner wordt de lichtintensiteit. De volgende grafiek laat zien hoe het licht verdeeld is over de lengte van de weg,
Schat hoeveel procent van het licht op het wegdek valt, minder dan meter van de plaats waar de lamp boven hangt.
De grafiek is heel fraai regelmatig, zeker in vergelijking met de grafieken van opgave 1 en 2.
Noem een paar fraaie eigenschappen van deze grafiek.
We gaan een speciaal soort verdeling bestuderen: klokvormige. Een paar voorbeelden zijn:
de lengte van jongens in een bepaalde leeftijdsgroep,
de levensduur van batterijen,
het gewicht van zogenaamde kilopakken suiker,
het jaarlijkse aantal verkeersdoden in een bepaalde streek.
Klokvormig wil zeggen:
de meeste waarnemingen liggen rond het gemiddelde,
de waarnemingen liggen symmetrisch rond het gemiddelde,
hoe verder je van het gemiddelde afwijkt, des te minder waarnemingen daar liggen.
Hiernaast staat een plaatje van zo’n verdeling.
Geen van de volgende verdelingen is klokvormig.
Zeg van elke verdeling, waarom hij niet klokvormig is.
Hiermee is natuurlijk niet precies vastgelegd wat wel en
wat niet een klokvormige verdeling is. En in de wiskunde
werken we alleen maar met nauwkeurig vastgelegde
begrippen.
We gaan nu definiëren wat we onder de “ideale” klokvormige
verdeling zullen verstaan. Dat wordt het “prototype”.
Deze ideale vorm zul je wel nooit precies zo tegenkomen,
maar wel zullen veel verdelingen in de praktijk
hier sterk op lijken.
Een ideale klokvorm kun je met GeoGebra tekenen.
Als je kansrekening in GeoGebra Klassiek aanklikt, krijg je de 'standaard' ideale vorm te zien.
Deze kromme noemen we de standaardnormale kromme.
Merk op dat er linksboven in het tekenvenster staat: en
.
De griekse letter spreek je uit als
mu en als sigma.
Bij een klokvormige verdeling geven we het gemiddelde met aan en de
afstand van de buigpunten (zie figuur) tot de symmetrie-as met . Deze afstand
noemen we de standaardafwijking.
Bij de standaardnormale verdeling is het gemiddelde en de
standaardafwijking .
Wat de rol van de standaardafwijking is zullen we in het vervolg zien.
Zoek uit hoe je de standaardnormale kromme op je GR krijgt.
De ideale klokkromme zit kennelijk standaard in de GR. Je kunt je afvragen welke formule deze functie heeft, uitgedrukt in 'bekende' functies.
Teken op de GR in hetzelfde window de grafiek van: .
De grafiek lijken sprekend op elkaar. Het enige dat met
de grafiek van
moet gebeuren is verticaal en
horizontaal oprekken (ten opzichte van de -as en -as).
Dat lukt met: .
Teken ook de grafiek van deze derde functie.
Je kunt je afvragen waar die factoren en
vandaan komen.
Het zijn benaderingen. Deze getallen
zorgen ervoor dat de buigpunten van de grafiek op afstand van de symmetrieas liggen en
de
oppervlakte onder de kromme is.
We nemen aan dat de verdeling van de lengte van - jarige jongens de ideale klokvorm heeft met gemiddelde cm en standaardafwijking cm. Het enige verschil met de standaardnormale verdeling is het gemiddelde en de standaardafwijking. Je kunt de kromme bij deze verdeling in GeoGebra tekenen door en aan te passen.
Zoek uit hoe je deze verdeling op de GR kunt tekenen. Kies een geschikt window.
Een verdeling met de ideale klokvorm (zoals in het
voorgaande gedefinieerd is), noemt men een normale verdeling.
Deze ligt vast door de getallen en .
We nemen de normale verdeling met en
.
We bekijken wat er gebeurt als we variëren.
Teken de bijbehorende kromme op de GR met venster
en
.
Teken de grafieken voor , en in één plaatje.
Hoe verandert de grafiek als je groter maakt?
We beginnen weer met dezelfde verdeling als in de vorige opgave.
We bekijken nu wat er gebeurt als we variëren.
Teken de krommen bij , en in één plaatje.
Hoe verandert de grafiek als je groter maakt?
Bij elke normale verdeling is de oppervlakte onder de
grafiek gelijk aan . Dat komt omdat die totale oppervlakte
% van de waarnemingen vertegenwoordigt.
Zoals gezegd, zal een praktijkvoorbeeld nooit precies voldoen
aan de formule van de normale verdeling, maar wel
ongeveer. We spreken dan van bij benadering normaal
verdeeld.
De normale verdeling komt hier voor jou uit de lucht vallen.
Vroeger is er veel onderzoek gedaan waaruit dit alles
is voortgekomen. De twee belangrijkste onderzoekers
zijn daarbij de Belg Quetelet en de Duitser Gauss.
In 1835 publiceerde Quetelet een boek met statistisch
materiaal over allerlei grootheden betreffende een mens
(bijvoorbeeld de lengte van 18-jarige jongens). Hij merkte
op dat de grootheden normaal verdeeld waren rond een
gemiddelde. Een individuele afwijking van dat gemiddelde
kwam door toevallige oorzaken, lees hiervoor bijvoorbeeld de tekst die aan opgave 33 vooraf gaat. Hij
voerde de “volmaakte” mens in: dat is de mens die alle
grootheden gemiddeld heeft.
De formule van de normale verdeling is afkomstig van de toen zeventienjarige (!) Gauss (1794). De grafiek wordt dan ook wel de Gauss-kromme genoemd. Zijn beeltenis komt voor op het Duitse bankbiljet van 10 mark, samen met de kromme; de kromme is naast het biljet uitvergroot. Carl Friedrich Gauss (1777 - 1855) is een van de grootste wiskundige aller tijden.
Vaak is het niet zo gemakkelijk om te beslissen of een verdeling wel bij benadering normaal is of niet. In beide plaatjes hieronder is behalve een normale verdeling nog een andere kromme getekend. Die lijkt misschien wel normaal, maar is het niet.
Als je een kilopak suiker koopt, mag je verwachten dat er gram suiker in zit. Dat staat per slot van rekening op de verpakking.
Deze pakken worden in de fabriek
machinaal gevuld. De vulmachine kan wel keurig op
gram zijn ingesteld, maar in de praktijk zal er in het
ene pak wat meer en in het andere pak wat minder suiker
terecht komen.
Stel dat de machine inderdaad op gram is ingesteld.
Uit de geproduceerde pakken wordt een steekproef
van stuks genomen. De netto-inhoud van elk van die pakken wordt bepaald. De metingen
staan in de
volgende tabel, in gewichtsklassen met breedte gram.
Teken het bijbehorende histogram.
Als je het histogram “glad strijkt”, lijkt het best op een klokvormige verdeling.
Teken zo goed mogelijk die klokvormige verdeling over het histogram.
Laat zien dat .
Bereken met behulp van de tabel hoeveel procent van de pakken suiker een gewicht heeft tussen en gram.
Ook tussen en gram.
De standaardafwijking bepaalt de breedte van de normale kromme.
Bij elke normale verdeling wijkt ongeveer % van de waarnemingen minder dan
van het gemiddelde af.
Bijvoorbeeld: als een normale verdeling gemiddelde heeft en standaardafwijking
, dan ligt
% van de waarnemingen tussen
en .
In opgave 9 ligt ongeveer % van de waarnemingen tussen
en .
Dus de normale kromme die je in onderdeel b hebt getekend heeft standaardafwijking .
Met GeoGebra kun je de oppervlakte onder een normale kromme eenvoudig berekenen.
Ga in GeoGebra voor de normale kromme met
en
na dat de oppervlakte onder die kromme tussen en
gelijk is aan .
Zoek uit hoe je dit percentage op de GR kunt vinden.
We werken nog steeds met pakken suiker met
en .
Bereken met de GR hoeveel procent van de pakken volgens de benadering met de normale verdeling een gewicht heeft:
tussen en gram,
minder dan gram,
meer dan gram.
Controleer in elk van deze gevallen of de tabel in opgave 9 ongeveer dezelfde uitkomsten oplevert.
In een fabriek worden blikken gevuld met (gemiddeld) liter verf. De standaardafwijking van de vulmachine is milliliter. De inhoud van de blikken is normaal verdeeld.
Bereken hoeveel procent van de blikken meer dan ml verf te weinig bevat.
Schets ook een normale kromme en kleur de bijbehorende oppervlakte.
Bereken hoeveel procent van de blikken minder dan gram verf bevat.
Voor de normale verdeling gelden vuistregels. Een daarvan hebben we gezien:
bij iedere normale verdeling (dus bij elke keuze van en
) is de oppervlakte onder de klokvormige grafiek tussen
de grenzen en
(ongeveer) %.
Een andere is:
bij iedere normale verdeling is de oppervlakte onder de klokvormige grafiek tussen
de grenzen en
(ongeveer) %.
Neem enkele waarden voor en en controleer deze vuistregel. Neem bijvoorbeeld en .
Wat is het percentage tussen en ?
Bij klokvormige verdelingen hoort een wiskundig
model: de normale verdeling. Een ideale klokvorm
wordt een normale kromme genoemd. Bepalend
voor de normale kromme zijn het gemiddelde en de
standaardafwijking .
Eigenschappen:
de verticale lijn door het gemiddelde is symmetrieas,
de oppervlakte onder de kromme is (dus %),
de buigpunten van de kromme liggen precies op afstand van de symmetrieas af
de vuistregels zijn in de plaatjes hieronder weergegeven.
In plaats van de letter gebruiken we ook SD, dit is een afkorting van standaarddeviatie. (Latijn: deviatie=afwijking)
Door de horizontale afstand van de buigpunten tot de symmetrieas te schatten, kun je bepalen hoe groot de SD ongeveer is.
Schat de SD bij de normale kromme in de figuur hiernaast.
Als je weet dat er sprake is van een normale verdeling en het gemiddelde en de SD zijn bekend, dan moet je met de GR opgaven kunnen maken van de vorm: “Hoeveel procent ligt onder ... / boven ... / tussen ... en ...” .
We nemen als voorbeeld nog eens het gewicht van pakken suiker van kg.
Het gewicht van een pak is een stochast , normaal verdeeld, met
gemiddelde en
standaardafwijking .
De kans dat het gewicht van een pak tussen en
graam ligt schrijven we als:
.
In 1986 werd van dienstplichtige -jarigen de lengte opgemeten.
Hun gemiddelde
lengte bleek cm te zijn en de standaardafwijking cm.
We willen weten hoeveel jongens cm of langer zijn.
Schets een normale kromme en geef daarbij de gegevens en het gevraagde aan.
Bereken met de GR hoeveel van de jongens naar verwachting cm of langer waren.
Jongens die langer waren dan cm of korter dan cm werden op grond van hun lengte afgekeurd.
Teken weer een bijpassend plaatje. Bereken hoeveel jongens er in 1986 op grond van hun lengte werden afgekeurd.
Het gewicht van varkens in een bepaalde groep is normaal verdeeld met gemiddelde kg en SD kg.
Bereken hoeveel procent van de varkens een gewicht heeft onder kg.
Hoeveel procent heeft een gewicht boven kg?
Hoeveel procent heeft een gewicht tussen kg en kg?
Twee fabrikanten brengen voor dezelfde prijs eenzelfde type lamp op de markt. Merk A heeft een gemiddelde van branduren en een standaardafwijking van uur. Merk B heeft een gemiddelde van uur en een standaardafwijking van uur. Je wilt een lamp kopen die minstens uur moet branden.
Welk merk heeft jouw voorkeur?
Nederlandse euromunten worden in Utrecht geslagen bij de Koninklijke Nederlandse Munt. De afmetingen en gewichten zijn aan zeer strikte regels gebonden.
munstsoort |
metaal |
middellijn |
gewicht |
twee euro |
koper/nikkel/messing |
||
een euro |
koper/nikkel/messing |
23,25 |
7500 |
vijftig cent |
Nordic gold |
||
twintig cent |
Nordic gold |
22,25 |
5740 |
tien cent |
Nordic gold |
19,75 |
4100 |
vijf cent |
staal/koper |
21,25 |
3920 |
twee cent |
staal/koper |
18,75 |
3060 |
een cent |
staal/koper |
16,25 |
2300 |
Het gewicht van een nieuw geslagen euromunt is normaal verdeeld met mg en mg. Munten die meer dan mg afwijken van het vereiste gewicht mogen niet in omloop worden gebracht.
Waarom gelden er zulke strikte eisen voor het toegestane gewicht?
Bereken welk percentage van de nieuw geslagen één-euromunten niet in omloop zal worden gebracht.
Per jaar zijn er miljoen nieuwe één-euromunten nodig.
Hoeveel moeten er geslagen worden om aan die vraag te kunnen voldoen?
In een fabriek worden blikken gevuld met (gemiddeld) liter verf.
De vulmachine levert niet
blikken van precies liter. De inhoud van de blikken is normaal verdeeld met een
standaardafwijking van milliliter.
We willen weten hoeveel procent van de blikken meer dan ml verf te weinig bevat.
Schets een normale kromme en kleur de oppervlakte die hoort bij deze vraag.
Bereken hoeveel procent van de blikken meer dan ml verf te weinig bevat.
Een liter verf weegt kg.
Bereken hoeveel procent van de blikken minder dan gram verf bevat.
Intelligentie is een van de factoren die een rol spelen bij het met succes volgen van een schoolopleiding. In 1938 gebruikte een onderwijskundige onderstaande grafiek, waarin de mate van intelligentie (uitgedrukt in IQ) werd gekoppeld aan soorten opleidingen en mogelijke beroepen.
Het IQ van leerlingen is normaal verdeeld met .
Bepaal uit het plaatje hoe groot de SD ongeveer is.
Bereken hoeveel procent van de bevolking in 1938 in staat werd geacht om ten minste de MTS als opleiding te volgen.
Bereken hoeveel procent in aanmerking kwam voor de HBS, maar niet voor het Gymnasium.
Een tomatenkweker heeft geoogst. De vruchten variëren
in grootte en gewicht. Het gewicht is normaal verdeeld
met gram en gram. In totaal zijn
tomaten geoogst. De oogst wordt op gewicht gesorteerd.
De drie gewichtsklassen zijn:
klasse A: tot gram
klasse B: van tot gram
klasse C: meer dan gram
Hoeveel procent van de oogst komt in elk van de klassen terecht?
De opbrengst van een tomaat hangt af van zijn gewichtsklasse:
klasse A: eurocent
klasse B: eurocent
klasse C: eurocent
Welke opbrengst mag de kweker voor zijn hele oogst verwachten?
We gaan terug naar de vulmachine die pakken vult met (ongeveer) kilogram suiker. Als de machine ingesteld staat op gram, zal het werkelijke gewicht van een pak normaal verdeeld zijn met gemiddelde gram en SD gram.
Toon aan dat bijna % van de pakken een gewicht heeft van gram of minder.
Volgens EU-richtlijnen mag slechts % van dit soort pakken suiker een gewicht van gram of minder hebben. Dit houdt in dat de vulmachine op een hoger gemiddeld gewicht moet worden ingesteld. We nemen aan dat bij een andere instelling de SD onveranderd gram is. Het probleem is nu op welk gewicht de machine minimaal ingesteld moet worden.
Probeer het antwoord te vinden (in grammen nauwkeurig) door verschillende instellingen te proberen.
In plaats van proberen willen we natuurlijk een rechtstreekse
methode.
Om dit soort problemen op te lossen, moeten we eerst de
nodige voorbereidingen treffen. In paragraaf 4 komen we
hierop terug.