1

Los (zo mogelijk) de volgende vergelijkingen op in twee decimalen.

a

x 4 = 5

x 4 = 5

x 5 = 4

x 5 = 4

Los (zo mogelijk) de volgende vergelijkingen exact op.

b

x log ( 4 ) = 5

x log ( 4 ) = 5

4 log ( x ) = 5

4 log ( x ) = 5

2

2 log ( 3 ) 3 log ( 4 ) 4 log ( 5 ) 5 log ( 6 ) 6 log ( 7 ) 7 log ( 8 ) is een mooi getal.

Bereken dit exact.

3

Los de volgende zeven vergelijkingen exact op.

  • 1 log ( x ) + log ( x ) = 2 1 2

    (hint)

    Substitueer y = log ( x ) .

  • 2 log ( x ) log ( x + 4 ) = log ( 2 x 6 )

  • 2 log ( x ) log ( x + 1 ) = log ( x 2 )

  • 2 log ( 3 ) 3 log ( x ) = 10

  • 2 x + 2 x = 2 1 2

    (hint)

    Substitueer y = 2 x .

  • 2 x + 2 x + 1 = 3

  • 4 x + 16 = 10 2 x

4

Een kapitaal van 10.000 euro wordt belegd met een verwacht rendement van 8 % per jaar. Naar verwachting is het kapitaal na t jaar aangegroeid tot K ( t )  euro.

a

Geef een formule voor K ( t ) .

log ( K ( t ) ) is een lineaire functie van t , er zijn getallen a en b met: log ( K ( t ) ) = a t + b .

b

Laat dat zien en bepaal b exact en a in drie decimalen nauwkeurig.

Voor de functie t B ( t ) geldt dat de grafiek van t log ( B ( t ) ) een rechte lijn is (met t horizontaal en log ( B ( t ) ) verticaal).
Twee punten van die lijn zijn ( 4, log ( 2 ) ) en ( 6, log ( 20 ) ) .

c

Bereken de richtingscoëfficiënt van die lijn exact.

d

Bereken exact op welke hoogte die lijn de verticale as snijdt. Schrijf die hoogte als log ( ... ) .

Er is een formule voor B ( t ) in de vorm: B ( t ) = c g t .

e

Bereken de getallen c en g exact.

5

Gegeven zijn de functies y = log ( x ) en y = log ( 4 x ) .
De grafieken zijn elkaars spiegelbeeld in de lijn x = 2 .

a

Toon dat aan.

Een lijn evenwijdig aan de x -as snijdt de grafieken van de twee functies in punten die afstand 1,5 tot elkaar hebben.

b

Bereken langs algebraïsche weg in twee decimalen op welke hoogte (dus de y -coördinaat) deze punten liggen.