5A.8  Rekentechniek

In de rekentechniek wordt de stof over kwadratische vergelijkingen en kwadratische functies uit de derde klas herhaald.

1

Los de volgende vergelijkingen in x exact op.

x 2 = 4

x 2 = 5

( x 1 ) 2 = 4

( x 1 ) 2 = 5

2 ( x 1 ) 2 = 4

2 ( x 1 ) 2 + 3 = 9

2 ( x + 1 ) 2 + 5 = 5

2 ( x + 1 ) 2 + 5 = 3

Als je de vergelijking ( x 1 ) 2 = 4 op moet lossen, kom je er nog wel uit als je de haakjes wegwerkt, je kunt dan ontbinden.
Met ontbinden lukt je dat waarschijnlijk niet als je de haakjes wegwerkt bij ( x 1 ) 2 = 5 .
Je lost de vergelijking ( x 1 ) 2 = 5 handig op als volgt.
( x 1 ) 2 = 5
x 1 = 5 of x 1 = 5
x = 1 + 5 of x = 1 5
En 2 ( x 1 ) 2 = 4 oplossen gaat handig zo.
2 ( x 1 ) 2 = 4
( x 1 ) 2 = 2
x 1 = 2 of x 1 = 2
x = 1 + 2 of x = 1 2

Als je de haakjes wegwerkt bij ( x 1 ) 2 = 5 ,
krijg je x 2 2 x 4 = 0 .
Om x 2 2 x 4 te herschrijven tot ( x 1 ) 2 5 moet je de omgekeerde weg bewandelen. Dat noemen we kwadraatafsplitsen.
Dus:
x 2 6 x + 10 [KWADRAATAFSPLITSEN] ( x 3 ) 2 + 1
x 2 5 x + 10 [KWADRAATAFSPLITSEN] ( x 2 1 2 ) 2 + 3 3 4
2 x 2 8 x + 9 [KWADRAATAFSPLITSEN] 2 ( x 2 ) 2 + 1

2

Ga na dat bovenstaande juist is door de haakjes in de vormen 'rechts' weg te werken.

Het volgende vind je wat uitgebreider in hoofdstuk 28 van 3 vwo.

3

De maten (in m) van een L-vormig gazon staan in figuur 1.

figuur 1
figuur 2
a

Druk de oppervlakte van de figuur 1 in x uit.

We vullen het L-vormige gazon aan tot een vierkant gazon.
Zie figuur 2.

b

Wat is de oppervlakte van het stuk dat erbij is gekomen?

De oppervlakte van de L-vorm is het verschil in oppervlakte van twee vierkanten.

c

Neem over en vul in.
x 2 + 6 x = ( x + 3 ) 2 _

Het kwadraatafsplitsen van x 2 + 6 x - 10 gaat als volgt.

x 2 + 6 x - 10
x 2 + 6 x vervangen door ( x + 3 ) 2 9
( x + 3 ) 2 9 - 10
Vereenvoudigen
( x + 3 ) 2 - 19
d

Los met kwadraatafsplitsen op: x 2 + 6 x = 11 .

4

We bekijken de vorm x 2 + 12 x . Denk hier een plaatje bij zoals getekend is.

a

Neem over en vul in: x 2 + 12 x = ( x + _ ) 2 _ .

b

Los op: x 2 + 12 x = 4 .

c

Los op: x 2 + 12 x + 4 = 0 .

We hebben steeds de oppervlakte van een L-vorm geschreven als het verschil in oppervlakte van twee vierkanten, bijvoorbeeld x 2 + 10 x = ( x + 5 ) 2 25 .

We noemen dit, zoals gezegd, kwadraatafsplitsen.
We gebruiken dit bij het oplossen van vergelijkingen.

Voorbeeld:

Los op:

x 2 + 10 x + 12 = 0
x 2 + 10 x vervangen door ( x + 5 ) 2 25
( x + 5 ) 2 25 + 12 = 0
Vereenvoudigen
( x + 5 ) 2 13 = 0
PLUS 13
( x + 5 ) 2 = 13
x = 5 + 13 of x = 5 13

5

Splits het kwadraat af. (De eerste is als voorbeeld voorgedaan.)

a

x 2 20 x = ( x 10 ) 2 100

b

x 2 7 x = ( x 3 1 2 ) 2 _

c

x 2 8 x

d

x 2 + 11 x

e

x 2 21 x

f

x 2 + x

g

x 2 x

Kwadraatafsplitsen kun je ook gebruiken om het maximum of minimum van een kwadratische functie te vinden. Dat bekijken we in de volgende opgave.

6

Gegeven is de functie f : x x 2 4 x 3 .

a

Splits het kwadraat af van f ( x ) , dus schrijf f ( x ) in de vorm: f ( x ) = ( x _ ) 2 _ , met de juiste getallen op de invulstrepen.

b

Welke waarden kan ( x 2 ) 2 bereiken?

c

Voor welke x is f ( x ) minimaal?
Wat is de minimale waarde van f ( x ) ?

Als coëfficiënt vóór x2 niet 1 is.
Voorbeeld:

Bekijk hoe je kwadraat afsplitst bij vormen waarin de coëfficiënt vóór x 2 niet 1 is.

y = 2 x 2 + 4 x 7

de coëfficiënt van x 2 buiten haakjes brengen

y = 2 ( x 2 + 2 x ) 7

binnen de haakjes kwadraatafsplitsen

y = 2 ( ( x + 1 ) 2 1 ) 7

de buitenste haakjes wegwerken

y = 2 ( x + 1 ) 2 2 7

vereenvoudigen

y = 2 ( x + 1 ) 2 9

Voorbeeld

y = x 2 + 4 x 7

de coëfficiënt van x 2 buiten haakjes brengen

y = ( x 2 - 4 x ) 7

binnen de haakjes kwadraatafsplitsen

y = ( ( x - 2 ) 2 4 ) 7

de buitenste haakjes wegwerken

y = ( x - 2 ) 2 + 4 7

vereenvoudigen

y = ( x + 1 ) 2 3

7

Gegeven is de functie y = 2 x 2 + 4 x 7 , zie het eerste voorbeeld.

a

Wat is de minimale waarde die y kan bereiken?
Voor welke x gebeurt dat?

Gegeven is de functie y = x 2 + 4 x 7 , zie het tweede voorbeeld.

b

Waarom bereikt y nu een maximale waarde?
Wat is deze maximale waarde en voor welke waarde van x wordt die bereikt?

Je kunt de antwoorden op de vorige onderdelen ook met differentiëren beantwoorden.

c

Voer dat uit.

8

Splits van de volgende vormen het kwadraat af.

  • 3 x 2 + 3 x + 4

  • x 2 + 5 x + 4

  • 1 2 x 2 3 x 2

De a b c -formule

Met behulp van kwadraatafsplitsen kun je de a b c -formule bewijzen, zie hoofdstuk 29.5 van 3 vwo.
We citeren.

Of de vergelijking a x 2 + b x + c = 0 oplossingen heeft, is te bepalen met de waarde van D = b 2 4 a c . We noemen dit getal de discriminant van de vergelijking.
Discriminare (Latijn) betekent: onderscheid maken. (Hier wordt onderscheid gemaakt tussen het aantal oplossingen.)


De a b c -formule (wortelformule)
De vierkantsvergelijking a x 2 + b x + c = 0 met a 0 heeft

  • geen oplossingen als D < 0 ,

  • één oplossing als D = 0 , namelijk: x = b 2 a en

  • twee oplossingen als D > 0 namelijk:
    x = b + D 2 a    of    x = b D 2 a .

Voorbeeld:

7 x 2 6 x + 1 = 0
Deze vergelijking krijg je uit a x 2 + b x + c = 0 door a = 7 , b = 6 en c = 1 in te vullen.
D = ( 6 ) 2 4 7 1 = 36 28 = 8 (dus de vergelijking heeft twee oplossingen)
D = 8 = 2 2
De oplossingen van de vergelijking zijn:
x = ( 6 ) + 2 2 14    of    x = ( 6 ) 2 2 14 , dus
x = 3 7 + 1 7 2    of    x = 3 7 1 7 2

9

In de a b c -formule komt a in de noemer voor.
Dus a mag niet 0 zijn in de vergelijking a x 2 + b x + c = 0 .
Als a = 0 , pas je de a b c -formule natuurlijk ook niet toe.

Kun je de vergelijking dan toch oplossen?

10

Los de volgende vierkantsvergelijkingen op met de a b c -formule. Kijk goed naar het voorbeeld.

2 x 2 3 x 35 = 0 4 x = 1 + 4 x 2
2 x 2 + 4 x 1 = 0 ( x 3 ) 2 = 5 3 x
7 x 2 6 x + 2 = 0 5 x 3 x 2 = 0
1 2 x 2 3 x 4 1 2 = 0