5A.7  Extra opgaven >
1
a

3,90  gulden en 8  gulden.

b

Eind ' 80 met ongeveer 2,50  gulden per jaar.

c

Van half ' 75 tot half ' 79 en vanaf half ' 81 .

d

Halverwege ' 80 ; die hellingen zijn gelijk.

2
a

1 120  uur, dus 30  sec.

b

Te hoge snelheid op een stuk kan gecompenseerd worden door een lage snelheid op een ander stuk.

c

Over het eerste stuk doet hij 1 300  uur, dat is 12  sec, dus over het tweede stuk mag hij 18  sec doen, dat is 12 18 150 = 100  km/u.

3
a

x = 1

b

De grafieken lopen even steil.

c

Je moet het snijpunt van de grafieken hebben.

4
a

6 16 3 1000 = 3333  euro/jaar

b

In de periode tussen 2,5 en 5 jaar.

c

1400  euro/jaar (Neem de richtingscoëfficiënt van de raaklijn.)

5
a

O = ‐5 q 2 + 60 q

b

W = 5 q 2 + 50 q 45

c

M O = 10 q + 60 ; M K = 10 ; M W = 10 q + 50

d

M W = M O M K

e

-

f

-

g

Bij q = 6 is M O = 0 .

h

Punt met M O = M K en met M W = 0 .

i

Bij q = 5 ligt het hoogste punt van de W -grafiek, en is (verticale) afstand van de O - en K -grafiek het grootst.

j

De grafiek is een rechte lijn en de helling van een rechte lijn is constant.

k

1 < q < 9 .
W > 0 5 q 2 + 50 q 45 > 0 ;
W = 0 q 2 10 q + 9 = 0
( q 1 ) ( q 9 ) = 0 q = 1 of q = 9 .
Omdat de grafiek van W een bergparabool is, geldt: W > 0 1 < q < 9 .

6
a

6 p 14

b

500.000 11 = 5.500.000  euro

c

O = 0,00001 q 2 + 16 q , dus O = 0,00002 q + 16 .
O = 0 als q = 800.000 , dan p = 8 .

d

5,5 3,2 = 2,3 miljoen

e

W = ‐0,00001 q 2 + 12 q 1.200.000 , dus W ' = 0 voor q = 600.000 ; het maximum van W is 2.400.000 .

7

y = 6 x 2 + 6 , dus y > 0 voor alle x , de functie heeft geen maxima of minima.

y = 3 x 2 + 18 x + 27 = 3 ( x + 3 ) 2 , dus y = 0 als alleen als x = 3 .
De grafiek heeft wel een horizontale raaklijn in het punt met eerste coördinaat 3 , maar is steeds stijgend.

y = 3 x 2 + 2 x 1 ; y = 0 als x = ‐1 of als x = 1 3 .
Voor x = 1 is y maximaal en voor x = 1 3 is y minimaal.

8

f ( x ) = 3 x 2 + 2 x 1 .

De vergelijking ‐3 x 2 + 2 x 1 = 0 heeft geen oplossingen want de discriminant van die vergelijking is negatief.
Omdat de grafiek van f een bergparabool is, ligt de grafiek van f geheel onder de x -as, dus is f ( x ) voor alle x negatief, dus de grafiek van f is dalend.

9
a

f ( x ) = 0 2 x 2 3 x + 1 = 0 ( 2 x 1 ) ( x 1 ) = 0 , dus f ( x ) = 0 als x = 1 2 en als x = 1 .

b

Δ f = f ( 2 + Δ x ) f ( 2 ) = 2 ( 4 + 4 Δ x + ( Δ x ) 2 ) 3 ( 2 + Δ x ) + 1 3 = 2 ( Δ x ) 2 + 5 Δ x

c

5

d

f ( 2 ) moet 5 zijn.

10
a

Je moet het getekende deel spiegelen in de oorsprong.

b

De raaklijn in P heeft richtingscoëfficiënt f ( 1 ) = 1 , dus een vergelijking is: y = x + b voor een of ander getal b . Omdat de raaklijn door P gaat is b = 1 4 .
Een vergelijking van de raaklijn is dus: y = x + 1 4 .

c

Waar f ( x ) maximaal is, dus in het punt met eerste coördinaat 0,8 ongeveer.

11

In het rechter plaatje is de auto 30 % langer, dan in het linker plaatje.
In 1 15  seconde is de auto kennelijk 0,3 4,36 = 1,308  meter vooruit gegaan. Zijn snelheid is dus: 1,308 15 3600 = 70.632  meter per uur, dat is ongeveer 71  km/u.