5A.1  Wat is groeisnelheid? >
Verschillen in groei
1
a

mei
maart en november

b

79,18 76,23 4

c

Dat is de rechte lijn door de punten bij 1 februari en 1 juni 2011.

d

De lijn door de corresponderende punten loopt steiler dan die het vorige onderdeel.

2
a

18  euro per stuk

b

Tot ongeveer 500  stuks. Daar loopt de grafiek steeds minder steil.

3
a

Alle drie hebben gemiddelde snelheid 18 : 3 = 6  km/u.

b

12 : 1 1 2 = 8  km/u

c

6 : 1 1 2 = 4   km/u.

d

Meisje 2. De grafiek loopt steeds steiler.

e

t = 1 2 en t = 2 ongeveer.
Met behulp van de raaklijn aan grafiek 1. Die moet evenwijdig zijn aan een van de stukken van grafiek 3.

4
a

12,5  m/s ; 45  km/u

b

Hij rijdt dan met een snelheid van 12,8  m/s en doet dan 400 12,8 = 31,25  seconden over een rondje, dus hij doet 0,75  seconden korter over een rondje.

c

Zijn snelheid was 10  m/s, die wordt 10,3  m/s dus tijd over een rondje wordt 38,83  sec, dus 1,17  seconden korter.

d

De grafiek gaat steeds minder steil naar beneden.

5
a

0,5

b

0,6

c

1 ; 0,5

d

Ongeveer 0,7 of 0,8 .

6
a

Als 4 t 6 (of iets ruimer). Daar is de grafiek nagenoeg recht.

b

185 : 6 = 30,8  cm/week

c

Als t = 6 . Daar loopt de raaklijn het steilst.

Helling in een punt
7
a

Steeds sneller. De grafiek gaat steeds steiler lopen.

b

8 : 2 = 4  m/s

c

De gemiddelde snelheid op [ 1,3 ] is gelijk aan de richtingscoëfficiënt van A B .

d

Laat de grafiek in ( 1,1 ) in dezelfde richting doorlopen; 9  m, zie figuur.

e

Teken een rechte lijn door ( 0,0 ) en ( 1,5 ) , zie figuur.

f

t = 2 1 2 . Zoek de raaklijn die evenwijdig is aan de tweede grafiek, zie figuur.

figuur bij opgave 7d
figuur bij opgave 7e,f
8
a

3,00 2,20 3,00 2,00 = 0,8

b

0,8 ; 1,1

c

Ongeveer 1,1 .

9
a
punt

A

B

C

D

x -coördinaat

1

5

2,5

1,5

b

punt

A

B

C

D

steilte

0

1

0,5

3

10
a

Lijn 3.

b

0,6

11
a

3,0 2,7 4,0 3,2 = 0,375

b

Als a = 2 .