Snelheid
1

Trajectcontrole is een methode die de overheid gebruikt om het naleven van de maximumsnelheid te controleren (uit Wikipedia). Neem aan: op twee punten die 1  km van elkaar liggen wordt het tijdstip gemeten waarop een voertuig passeert. Er geldt een maximum snelheid van 120  km/u.

a

Bereken de minimale tijd die een auto over die afstand moet doen om de maximum snelheidslimiet niet te overtreden.

b

Wat is er aan te merken op dit soort metingen?

Een automobilist rijdt op de eerste 500  meter van het traject gemiddeld 150  km/u.

c

Wat mag zijn gemiddelde snelheid op de tweede 500  meter hoogstens zijn om niet gesnapt te worden?
Let op: 90  km/u is niet het juiste antwoord!

2

Twee foto's vanuit hetzelfde standpunt van dezelfde auto: stilstaand en rijdend.

De rijdende auto werd gefotografeerd met een sluitertijd van 1 15  sec. De auto is 4,36  meter lang.
Op de rechter foto is de auto 30 % langer.

Bereken de snelheid van de auto in km/u.
Naar: CTWO: Veranderingen_280211.pdf

In opgave 1 en 2 worden snelheden gemeten.
Beide zijn gemiddelde snelheden. In opgave 2 heb je een goede benadering voor de snelheid op een bepaald moment berekend, omdat het tijdsinterval erg klein is. Aan het eind van hoofdstuk Hellingen zijn we dit ook al tegengekomen. Deze snelheid op een bepaald moment wordt de momentane snelheid genoemd. Wij spreken meestal van groeisnelheid.
In dit hoofdstuk gaat het om het berekenen van groeisnelheid. Dat hoeft niet de snelheid van een auto (in km/u) te zijn, het kan ook de groeisnelheid van kapitaal (in euro per jaar) zijn, of de snelheid waarmee een vat leeg loopt (in liter per minuut).