1

a

Overzichtelijker, en geeft vaak een goed beeld van de prestaties.

b

$57 : 9 = 6,3$ . Dus Anneke staat een $6$ gemiddeld.

c

Het cijfer $7$ .

d

De mediaan; de $2$ was ‘een missertje’.

2

Grote schadevergoedingen komen niet echt vaak voor, maar als het gebeurt, dan zijn ze ook écht groot.

3

Soms geven de mediaan en/of de modus een beter beeld van een reeks, bijvoorbeeld:
$7$ , $7$ , $8$ , $7$ , $6$ , $7$ , $8$ , $6$ , $5$ , $134$ , $7$ .
mediaan: $7$ , modus: $7$ , gemiddelde: $18,4$

4

a

$3$ , $3$ , $4$ , $5$ , $9$ , $9$ , $9$

b

$4$ , $5$ , $5$ , $5$ , $5$ , $9$ , $9$

c

$5$ , $5$ , $5$ , $9$ , $9$ , $10$ , $10$

5

Gemiddelde is $\frac{22 \cdot 6,2 + 26 \cdot 6,8}{22 + 26} = \frac{313,2}{48} = 6,525$ .

6

a

Mediaan bij $6,5$ .

b

$4$ keer $5$ en $2$ keer $6$ maakt $10$ verliespunten, $2$ keer $8$ , $1$ keer $9$ en $2$ keer tien maakt $10$ winstpunten ten opzichte van $7$ .

7

a

De verplaatste " $6$ " zat in de onderste helft en blijft daarin; de mediaan blijft dus hetzelfde.
De som van de data wordt $6 - 3 = 3$ lager; dus het gemiddelde wordt kleiner.

b

mediaan: $7,5$ ; gemiddelde: $7,28$

8

Modus: meest voorkomend, dus in eerste klasse;
Mediaan: $4 + 2 + 2 + 1 + 1 + 1 + 1 = 12$ metingen, dus mediaan tussen $6$ ^e en $7$ ^e getal, ofwel tussen $2$ ^e en $3$ ^e klasse;
Gemiddelde: doe bijvoorbeeld net alsof het proefwerkcijfers zijn: $4$ keer een $4$ , $2$ keer een $5$ , etc. Het gemiddelde is dan $72 : 12 = 6$ , dus midden van $3$ ^e klasse.

9

a

$5234 : 3666 \approx 1,43$

b

$5250 : 3666 \approx 1,43$

c

Er zijn maar weinig gezinnen met zoveel kinderen, dus hun invloed op het geheel is maar klein.