$y\ge \mathrm{‐}2$	$y\ge \mathrm{‐}2$
$y\ge 0$	$y\ge 0$

$y=\frac{1}{2}{(x-2)}^2$

$\frac{1}{2}{(x-2)}^2=18$
${(x-2)}^2=36$
$x-2=6$$$of$$$x-2=\mathrm{‐}6$
$x=8$$$of$$$x=\mathrm{‐}4$

$y\ge 0$

Rode geknikte lijn.

Als $i\le 32$, dan $b=\mathrm{0,2}i$
Als $32<i\le 80$, dan $b=\mathrm{6,4}+\mathrm{0,5}(i-32)$
Als $80<i$, dan $b=\mathrm{30,4}+\mathrm{0,8}(i-80)$

Zie blauwe lijn bij het antwoord op vraag a.

$\mathrm{6,4}+\mathrm{0,5}(i-32)=\mathrm{0,3}i$
$\mathrm{6,4}+\mathrm{0,5}i-16=\mathrm{0,3}i$
$\mathrm{0,2}i=\mathrm{9,6}$
$i=48$
Dus bij een inkomen van $48.000$ euro.

$(\mathrm{1,1,13})$ , $(\mathrm{1,4,10})$ , ...

$\frac{1}{3}(x+y+z)$

Voor $4\le x<5$.

Voor $2\le x<3$.

Voor $2\le x<2\frac{1}{2}$.

$3$ ; $\mathrm{3,5}$

$n\le x<n+\frac{1}{2}$, voor gehele getallen $n$.

De ketting rondt af op halven naar beneden.

$7$ , $7$ , $7$

De functie neemt de grootste van drie getallen.

Het draaipunt is het snijpunt van de lijnen $k$ en $m$.
De draaihoek is $180°$.

De ketting is dan een verschuiving in een richting die loodrecht staat op $k$ en $m$ en over een afstand die het dubbele is van de afstand van $k$ en $m$.

$\mathrm{‐}1\le x<1$ of $3<x\le 5$

$x-2=100$ $$of$$$x-2=\mathrm{‐}100$
$x=102$$$of$$$x=\mathrm{‐}98$

$x-2>100$$$of$$$x-2<\mathrm{‐}100$
$x>102$$$of$$$x<\mathrm{‐}98$

$\frac{1}{6}+\frac{1}{y}=\frac{2}{3}$

$\frac{1}{y}=\frac{2}{3}-\frac{1}{6}=\frac{1}{2}$

$y=2$

$\frac{1}{9}+\frac{1}{y}=\frac{2}{3}$

$\frac{1}{y}=\frac{2}{3}-\frac{1}{9}=\frac{5}{9}$

$y=\frac{9}{5}=\mathrm{1,8}$

$\frac{1}{x}+\frac{1}{x}=\frac{2}{3}$

$\frac{1}{x}=\frac{1}{3}$

$x=3$

$\frac{1}{y}=\frac{2}{3}-\frac{1}{x}$

$\frac{1}{y}=\frac{2x}{3x}-\frac{3}{3x}$

$\frac{1}{y}=\frac{2x-3}{3x}$

$y=\frac{3x}{2x-3}$