22.7  Extra opgaven
1
a

Teken twee horizontale lijnen op afstand 2 cm evenwijdig aan lijn k .

b

Zie figuur onderdeel a: teken de cirkel met straal 3 cm en middelpunt P .

c

Zie figuur onderdeel a: het gebied tussen de twee horizontale lijnen, buiten de cirkel (randen doen mee).

2
a
b
c

2 x 2
2 < x < 5
5 < x < 2
x 5 of x 5

3
a
b

27 x = 2 x
27 = 3 x
9 = x
Dus 22 9 + 5 = 18 leerlingen hebben een eigen tv op hun kamer.

4
a

4 x + 2 > x 4
3 x > 6

b
c

4 x 2 < 0
x 2 > 0

d
e
f

2 ( x + 1 ) 4
x + 1 2

5
a
b
c
d
6
a
b

Je kunt nog naar de overkant lopen als (brug 1 of brug 2 niet is ingestort) en (brug 3 of brug 4 niet is ingestort).

7
a
b

5 , 8 , 3 , 10 , 5

c

5 16 ; 1 2 ; 3 16 ; 5 8 ; 5 16

8
a

x 2 6 x 5
x 2 6 x + 5 0
( x 5 ) ( x 1 ) 0

1 x 5

b

x 2 6 x
x 2 6 x 0
x ( x 6 ) 0

0 x 6

c

x 2 16

x 4 of x 4

d

x 2 10 x 25
x 2 10 x + 25 0
( x 5 ) 2 0

x = 5

e

x 2 ( x + 2 ) ( x 6 )
x 2 x 2 4 x 12
4 x 12

x 3

9

Noem het aantal leden dat alle drie de denksporten doet x , dan is het aantal dat alleen schaakt en damt 13 x .
En het aantal leden dat alleen bridget en damt = 18 x 4 = 14 x .
Omdat het totaal 32 is, moet 4 + 4 + 13 x + x + 14 x = 32 zijn.
Dus 35 x = 32 , dus x = 3 .

Aantal leden dat damt en bridget, maar niet schaakt is 14 3 = 11 .

10
a

Ja, want beiden bekijken:

b

Nee, want Jan bekijkt:

en Piet bekijkt:

c

Ja, want beiden bekijken:

11
a
b

0 , 6 , 12 , 18 , 24 , ...

c

V 6

d

15

e

V 30

f

30 ; 30 ; 36 ; 12