In het platte vlak
1
a

Zie opgave b.

b
c
2
a
b

Zie opgave a. Groen gekleurd.

c

Zie opgave a. Oker gekleurd.

3
a
b

Zie opgave a. Groen gekleurd.

c

Zie opgave a. Rood + groen gekleurd.

4
a
b

Zie opgave a. Groen gekleurd.

c

Zie opgave a. Rood + groen gekleurd.

5
a
b

Zie opgave a. Groen gekleurd.

c

Zie opgave a. Rood gekleurd.

In een assenstelsel
6
a
b
c
d
Op de getallenlijn
7
a

40 x 54

b

30 < x 54

c

x < 41

8
9
a
b

x < 3

1 < x < 2

x 1

2 < x < 3

c
d

1 x 3
0 < x 2
1 x 0 of 2 < x 3
geen x

8s
9s
a
b
  • Dat zijn de getallen 13 t/m 29, dat zijn 29 12 = 17 gehele getallen.

  • Dat zijn de getallen -9 t/m 47, dat zijn 47 10 = 57 gehele getallen.

  • Dat zijn de getallen 30 t/m 47, dat zijn 47 29 = 18 gehele getallen.

  • Dat zijn de getallen -9 t/m 12, dat zijn 12 10 = 22 getallen.

c

57 = 17 + 18 + 22

10
a

drie getallen (namelijk: 6, 12 en 18)

b

twaalf getallen (namelijk: 2, 3, 4, 6, 8, 9, 10, 12, 14, 15, 16 en 18)

c

zes getallen (namelijk: 2, 4, 8, 10, 14 en 16)

d

drie getallen (namelijk: 3, 9 en 15)