Er zijn leerlingen die twee (of zelfs drie) van de hobby’s hebben.
Er zijn leerlingen die Zingen of Gamen (of allebei). De overige leerlingen doen dus alleen aan Sporten.
Er zijn 18 leerlingen die maar één hobby hebben (6 leerlingen die alleen Zingen, 6
leerlingen die alleen Gamen en 6 leerlingen die alleen Sporten).
Er zijn 6 leerlingen met twee hobby’s (2 leerlingen met alleen Zingen en Gamen, 2 leerlingen
met alleen Sporten en Zingen, 2 leerlingen met alleen Sporten en Gamen).
Er zijn 6 leerlingen met alle drie de hobby’s.
Omdat er ook nog getallen zijn tussen 2 en 3.
Antwoord B (want lichtblauw is lichter dan wit, dat volgt uit het feit dan lichter is dan ).