<

25.2 Aanzichten >

Hoofdstukken > Ruimtelijke figuren in het plat

Tekeningen

1

2

Kubusjes stapelen

3

a

b

c

Minstens 8; zie b.
Hoogstens 16; zie hieronder:

4

Minstens 2; hoogstens 4. Er zijn 7 mogelijkheden, namelijk 2 mogelijkheden met twee kubusjes, 4 mogelijkheden met drie kubusjes en 1 mogelijkheid met vier kubusjes.

5

6

a

b

5s

6s

a

Ja, als de onzichtbare kubusjes als volgt in de kubus zitten:

b

Minstens 10 ondoorzichtig.

Aanzichten van wiskundige figuren

7

a

b

c

d

e

8

a

b

c

d

Lengte stok vooraanzicht is $\sqrt{3^{2} + 5^{2}} = \sqrt{34}$ ,
lengte stok zijaanzicht is $\sqrt{1^{2} + 5^{2}} = \sqrt{26}$ ,
lengte stok bovenaanzicht is $\sqrt{3^{2} + 1^{2}} = \sqrt{10}$ .

e

Lengte stok is $\sqrt{3^{2} + 5^{2} + 1^{2}} = \sqrt{35}$ .

9

a

b

Nee, dat blijkt uit het bovenaanzicht.

c

In het bovenaanzicht.

d

Lijnstuk 1 en 5: $\sqrt{5^{2} + 1^{2}} = \sqrt{26}$ ,
lijnstuk 2 en 4: $\sqrt{4^{2} + 2^{2}} = \sqrt{20}$ ,
lijnstuk 3: $\sqrt{3^{2} + 3^{2}} = \sqrt{18}$ .

10

a

b

In andere kijkrichtingen

11

12

11s

12s

13

a

De breedte $A C$ is $\sqrt{4^{2} + 4^{2}} = \sqrt{32} = 4 \sqrt{2}$ cm, dat is ongeveer 5,7 cm.

b

Die zijn allemaal $4 \sqrt{2} : 2 = 2 \sqrt{2}$ cm

c

In de richting van een binnendiagonaal, bijv. $F D$ .

14

a

De breedte van het zijaanzicht is $\sqrt{3^{2} - {1,5}^{2}} \approx 2,6$ cm.

b

Op ware grootte: $A D$ , $B E$ en $C F$ .
Als een punt: $A C$ en $D F$ .

15

a

$\sqrt{2^{2} + 2^{2}} = \sqrt{8}$ cm

b

c

4 ribben, namelijk: $A C$ , $A F$ , $H C$ en $H F$ .

d

Als een punt: $F H$ .
Op ware grootte: $A C$ .

16

17