24.3  Rechthoekige driehoeken >
Verhoudingen
1
a

Factor is 1 1 2 3 = 1 2 , dus A B = 2 1 2 = 1 cm,
factor is 3 2 = 1 1 2 , dus Q R = 3 1 1 2 = 4 1 2 cm en
factor is 5 2 = 2 1 2 , dus Y Z = 3 2 1 2 = 7 1 2 cm.

b

Factor is 4 2 = 2 , dus E F = 3 2 = 6 cm.

c

Alle 1 1 2 1 = 4 1 2 3 = 7 1 2 5 = 1 1 2 .

2
a

Factor is 3 1 1 2 = 2 , dus B C = 2 2 = 4 cm,
factor is 5 2 = 2 1 2 , dus P Q = 1 1 2 2 1 2 = 3 3 4 cm en
factor is 4 1 2 1 1 2 = 3 , dus Y Z = 2 3 = 6 cm.

b

Factor is 12 1 1 2 = 8 , dus E F = 2 8 = 16 cm.

c

Alle 4 3 = 5 3 3 4 = 6 4 1 2 = 1 1 3 .

3
a

De andere rechthoekszijde is 7 6 1 = 1 1 6 1,17 cm.

b

De breuk is 1 6 = 1 1 6 7 0,17 .

4
a

overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 1,483 , dus
overstaande rechthoekszijde 3 = 1,483 , dus
overstaande rechthoekszijde = 3 1,483 4,45 cm.

b

3 aanliggende rechthoekszijde = 1,483 , dus
aanliggende rechthoekszijde = 3 1,483 2,02 cm.

De tabel gebruiken
5
a

Voor hoek A geldt: overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 3 5 = 0,6 , dus hoek A is 31 ° .

b

Voor hoek Q geldt: overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 0,510 = P R 4 , dus P R = 4 0,510 2,0 .

c

Voor hoek X geldt: overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 0,249 = 1 X Z , dus X Z = 1 0,249 4,0 .

6
a

Lengte ladder is 15 2 + 50 2 = 2725 52,2 dm.

b

Voor die hoek is overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 50 15 3,333 .
Met de tabel vind je voor de hoek: 73 ° .

c

De hoogte van de ladder noemen we h , dan h 25 = overstaande rechthoekszijde aanliggende rechthoekszijde = 1,483 , dus h = 25 1,483 37 dm

d

Lengte ladder is 25 2 + 37 2 = 1994 44,7 dm.

7
a

α = 37 °

b

3 5

5 3 = 1 2 3

4 5

5 4 = 1 1 4

3 4

4 3 = 1 1 3

c

1 1 12 , 2 3 5 en 5 12